Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn. Maak zo nodig online een afspraak om uw situatie te bespreken
Zie boven afbeelding voorzijde rechter schoudergordel, in rood zenuwstreng vanuit de nek naar de arm
In het kort
Andere benaming: Thoracic Outlet Syndroom of TOS
De zenuwbanen en bloedvaten bij de schouder lopen tussen de nekspieren door, daarna tussen 1e rib en sleutelbeen en dan onder de kleine borstspier naar de arm.
TOS is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij de vaat-zenuwbundel in de schouderregio bekneld raakt.
Mogelijke locaties beknelling (die ook als aandoening benoemd kunnen worden) zijn:
Tussen de spieren van de nek (scalenus syndroom)
Thv extra rib in hals (halsribsyndroom)
Tussen de 1e rib en het sleutelbeen (costoclaviculairsyndroom)
Tussen de borstkast en de kleine borstspier (hyperabductie syndroom)
90 % betreft afknelling van een zenuw en 10 % afknelling van een bloedvat
Mogelijke oorzaken zijn veel spierspanning rond nek, overgewicht, ingezakte houding en overbelasting
U kan klachten hebben als bleekheid arm, tintelingen en vermoeidheid in arm
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan het herstel
Zo nodig kijken welke hulpverlener zinvol is als klachten blijven of erger worden
Andere benaming: Thoracic Outlet Syndroom of TOS of neurovasculair compressie syndroom
Anatomie
De zenuwbanen en bloedvaten bij de schouder lopen tussen de nekspieren door, daarna tussen 1e rib en sleutelbeen (soms is er een extra halsrib aanwezig) en dan onder de kleine borstspier naar de arm.
TOS is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij de vaat-zenuwbundel in de schouderregio bekneld raakt.
Mogelijke locaties beknelling (die ook als aandoening benoemd kunnen worden) zijn:
Tussen de spieren van de nek (scalenus syndroom)
Thv extra rib in hals (halsribsyndroom)
Tussen de 1e rib en het sleutelbeen (costoclaviculairsyndroom)
Tussen de borstkast en de kleine borstspier (hyperabductie syndroom)
90 % betreft afknelling van een zenuw en 10 % afknelling van een bloedvat
De diagnose TOS is zeer moeilijk te stellen: Er zijn weinig (alleen röntgen bij extra eerste rib) objectieve criteria waarmee de aandoening aangetoond kan worden. De diagnose wordt echter wel vaak ten onrechte gesteld bij onverklaarbaar neurologische klachten.
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Aangeboren variatie in anatomie
Extra rib: meestal aan 1 kant last
Te kleine ruimte tussen eerste rib en sleutelbeen
Astma: Mensen met astma hebben een "hogere" ademhaling (ademen meer met de borstkas dan met de buik) waardoor de 1e rib meer omhoog getrokken wordt, en er minder ruimte is tussen rib en sleutelbeen
Overgewicht
Te veel spierspanning nekspieren
Sterke gespierdheid (bijvoorbeeld door fitness)
Ingezakte houding
Psychische spanningen: meer spierspanning en daardoor afknelling
Ongeval: slecht genezen sleutelbeenbreuk
Overbelasting
Telefoneren met de hoorn geklemd tussen hoofd en nek: de nekspieren ontwikkelen zich meer, wat afknelling kan veroorzaken.
Werken met de armen boven het hoofd: de kleine borstspier wordt uitgerekt (strakgetrokken).
Zware lasten dragen (bv rugzak): ruimte tussen 1e rib en sleutelbeen kan dan kleiner worden
Op de computer werken en met het hoofd naar voren zitten: belasting nekspieren
Sporten (fitness)
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Tintelingen in de arm tijdens en na werkzaamheden (zenuw)
Bleekheid en blauwverkleuring van de huid en van de handen (bloedvaten)
Vermoeidheidsgevoel en pijn (bloedvaten)
Verlammende pijn tijdens bovenhandse werkzaamheden (bloedvaten)
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 4 - 6 behandelingen voldoende. Fysiotherapie is van belang voor diagnose stellen en om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
Eerste behandeling: diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en als er nog tijd is aantal adviezen oefeningen
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog 2 (of meer) behandelingen plannen. Eea is afhankelijk van uitgebreidheid klachten, het herstel, het oppakken adviezen oefeningen en de eventuele 'bewegingsangst'
Huisarts
Doorverwijzen: fysiotherapie / specialist als klachten ondanks de adviezen en oefeningen aanhouden
Naar specialist, orthopeed of neuroloog
Onderzoek: Röntgen om extra halsrib te signaleren. Zie ook startpuntradiologie.nl: schouder
Operatie: weghalen eerste rib of extra halsrib
Doorverwijzen: fysiotherapeut
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
Bij overbelasting: achterhalen oorzaak en kijken hoe het voorkomen kan worden
Til geen zware lasten op de schouder
Vermijd activiteiten en houdingen die de klachten opwekken / verergeren
Niet telefoneren met telefoon tussen hoofd en schouder
Training fitness aanpassen
Let op de houding: geen ingezakte houding, schouders laag houden
Neem contact op met een diëtist als er sprake is van overgewicht
Ontspannen / pijn dempen
Ontspannen slaaphouding voor schouder: zijlig op niet aangedane schouder en aangedane arm op kussen. Zie video op website 'rehab my patient'
Neem dit door met de eigen fysiotherapeut zodat die kan aangeven welke technieken voor u zinvol zijn, met welke intensiteit u het kan doen en waar u op moet letten.
Koude pakking op het SC gewricht (tien minuten, doekje tussen pakking en huid, twintig minuten tussen elke koudebehandeling). Belangrijkste doel van de koude is pijndemping (ook dus mogelijk om bij veel pijn gedurende de dagen na de verzwikking toe te passen). Zie video op website 'rehab my patient': koude pakking. Zie bol.com:hot/coldpack
Bewegen/ sporten
Kijk samen met de fysiotherapeut welke activiteit nog mogelijk is
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Volg altijd het protocol van de eigen specialist / fysiotherapeut
Houdingsgevoeloefeningen om een optimaal bewegingssamenspel tussen bovenarm (kop schoudergewricht) en schouderblad (kom schoudergewricht) te realiseren
Oefeningen voor de nek ter vermindering van 'naar voren staan' van het hoofd: intrekken van de kin
Losmaakoefeningen: ontspannen spieren rond de schouder en het schoudergewricht
Rekken nekspieren en borstkastspier als sprake is van strakke / korte spieren: Kleine borstspier (pectoralis minorspier), schuinespieren (scalenusspieren) en schouderbladheffer (levatorscapulaespier)
Voor mogelijk oefenprogramma bij deze klacht zie onder
Houdingsgevoeloefening / zit of stand / arm langs lichaam en elleboog 90 graden gebogen
Stabiliseren schouder gewricht (schouderbladen aantrekken: naar elkaar toe en naar beneden) en arm verschillende richtingen op bewegen onder schouderhoogte. Zie video’s op website ‘rehab my patient’: Schouderblad stabiliseren
Nek opstrekken, zie video’s op website ‘rehab my patient’: video 1 // video 2
Losmaakoefeningen / onderstaande oefeningen uitvoeren in lig of zit of stand / bij elke oefening eerst stabiliseren schouderblad
Voor extra oefeningen (bijvoorbeeld voor kleine borstspier (pectoralis minorspier), schuinespieren (scalenusspieren) en schouderbladheffer (levatorscapulaespier)) en algemene informatie bij oefeningen,
Neem met de fysiotherapeut door welke activiteit/sport u het beste weer kan doen. Rustig opbouwen van dagelijkse activiteiten (afwassen, stofzuigen, deur openen....) is belangrijkste oefening (= functioneel oefenen/ trainen).
De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen voor u zinvol zijn.
Boek: Onderzoek en behandeling van de nek H7 (Thoracic-outletcompressiesyndroom en acromioclaviculair gewrichtsprobleem als gevolg van een gecompliceerde claviculafractuur) en 7a (Addendum thoracic-outletsyndroom), Patty Joldersma en Koos van Nugteren
Prikkelingen in de handen (1999). De anamnese betreffende tintelingen in de hand(en) dient naar mijn opvatting daarom te worden uitgebreid tot beide genoemde syndromen, waarbij in het bijzonder aandacht moet worden geschonken aan het enkel- of dubbelzijdig optreden van deze klachten, alsmede aan het tijdstip en de houding bij provocatie ervan en aan beroepsmatige compressie bij de pols.
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is