Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding: vaten in benen
In het kort
Andere benaming: of Periveer Arterieel Vaatlijden (PAV) of Claudicatio Intermittens (CI)ebenen is een vaatziekte.
Oorzaak is vernauwing van de slagaderen in de benen
U heeft klachten als pijn, kramp of een doof/moe gevoel in de been.
Klachten ontstaan bij lopen. Als u stilstaat, verdwijnen ze binnen 10 minuten.
Belangrijk om te doen zijn stoppen met roken, veel bewegen en gezonde voeding.
U krijgt ook medicijnen om uw cholesterol te verlagen en u krijgt bloedverdunners.
Fysiotherapeuten kunnen een training geven die speciaal is ontwikkeld voor mensen met etalagebenen en hen helpen bij het bereiken van een gezonde leefstijl.
Looptraining onder begeleiding van een fysiotherapeut helpt goed tegen etalagebenen.
Bij de meeste mensen die looptraining doen, is een dotterbehandeling of operatie niet meer nodig.
Zie ook videoop de website 'thuisarts.nl' van de huisarts
Andere benaming: of Periveer Arterieel Vaatlijden (PAV) of Claudicatio Intermittens (CI) of etalage benen of Peripheral Arterial Occlusive Disease of PAOD)
De naam 'etalagebenen' is ontstaan omdat mensen die met deze klachten in een winkelstraat lopen steeds even stil lijken te staan om een etalage te bekijken. In werkelijkheid doen ze dit om de pijn te laten zakken (zuurstof rijk bloed komt weer naar spieren).
Atherosclerose is een systeemaandoening, dat wil zeggen dat alle slagaders in het lichaam aangedaan kunnen zijn. Iedere slagader zal hierbij zijn specifieke bijbehorende symptomen vertonen. De plekken waar atherosclerose het meest voorkomt, zijn:
De halsslagaders (vaten naar de hersenen)
De kransslagaders (vaten naar het hart)
De slagaders in bekken en benen: wordt hier besproken
Bij 'vaatklachten in de benen' is er sprake van vernauwing(en) of afsluiting(en) in één of meer van de grote en/of kleine slagaders die naar de benen gaan. Er is dan sprake van plaques (neerslag van kalk en vet aan de binnenwand van de slagaders = atherosclerose), waardoor er onvoldoende bloed met zuurstof bij de spieren komt
Spieren hebben tijdens lopen zuurstof nodig. Deze zuurstof zit in het bloed. Snel lopen of lopen op een schuin vlak kost meer inspanning, en dus meer zuurstof. Door stil te staan wordt dit zuurstof tekort weer aangevuld, waardoor de klachten verdwijnen. Daarna kan weer dezelfde afstand gelopen worden.
Met het toenemen van de leeftijd neemt ook het aantal mensen met vaatklachten aan de benen toe: meestal bij mensen boven de 50 jaar.
Vaatklachten aan de benen komen meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
Patiënten met vaatklachten aan de benen hebben een verhoogd risico op het ontstaan van andere hart- en vaatziekten
Klachten kunnen na enkele maanden vanzelf verdwijnen door het ontstaan van nieuwe vaatjes (meningen hierover zijn verdeeld)
Ondezoek toont aan dat er geen verschil is op middellange termijn tussen een vaatoperatie benen en looptraining voor de aanpak van claudicatio intermittens (zie onder bij aanvullende informatie: 2.4)
De ernst van de klachten zijn onder te verdelen in. Zie ook aanvullende informatie 2.2.2 en 2.2.3
Vernauwde bloedvaten maar nog geen klachten
Klachten na 100 meter lopen
Klachten binnen de 100 meter lopen
Klachten in rust
Huidveranderingen en/ of wondjes aan de voeten die slecht genezen
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Afhankelijk van de locatie van de vernauwing pijn en/of kramp en/of vermoeidheid en/of branderigheid in kuit, bil of bovenbennspieren tijdens inspanning (lopen, fietsen)
Bij rust (stilstaan) vermindering van de klachten
Klachten meestal in het onderbeen / kuit
De voet van het aangedane been kan kouder aanvoelen / bleker zijn
Bij ernstige gevallen zijn de klachten ook in rust aanwezig: in nacht of bij zitten
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut (eventueel fysiotherapeut die aangesloten is bij het claudicationetwerk)
Maak samen met de patient een behandelplan afgestemd op de fase van de vaatklacht, de aanwezige klachten en de individuele behoefte.
Eventuele begeleiding door fysiotherapeut (voor patiënten die het niet lukt zelfstandig een actieve leefstijl te ontwikkelen en/of te onderhouden) afstemmen op wensen patient
Wil patient na de begeleiding naar een fitnessclub: berweegprogramma laten plaatsvinden in fitnessruimte fysiotherapiepraktijk, zodat hij/zij bekend raakt met fitnessapparaten
Wil patient oefeningen en activiteiten zelf thuis oppakken: oefeningen en activiteiten doornemen die patient zelf kan doen (algemene oefeningen en oefeningen met elastische band/ gewichtjes)
Wil patient in een groep of individueel begeleid worden
Online begeleiding kan ook een optie zijn. Zie aanvullende informatie 1.2
Huisarts:
Zie website 'Thuisarts.nl': etalagebenen.Zie onder afbeelding van video
Onderzoek: Enkel-armindex (meten bloeddruk voetslagader en bovenarm)
Doorverwijzen: fysiotherapeut / vaatspecialist als klachten aanhouden, regelmatig terugkomen, erger worden ondanks adviezen en oefeningen. Zie video 'claudicatienet': Etalagebenen, een eerstelijns aandoening
Hou een dag- of weekoverzicht bij. Zijn er activiteiten die te belastend zijn? En zo ja, zijn er alternatieven?
Voorkom overgewicht. Als u overgewicht heeft is het verstandig om contact op te nemen met een diëtiste (begeleiden bij afvallen/ samenstellen voeding per dag)
Betrek uw partner bij de leefadviezen en kijk samen hoe u dit alles vorm geeft.
Zorg dat u goed geïnformeerd bent over deze klacht. Door bewust te zijn van uw lichaam en de noodzaak van sommige (gedrags) veranderingen, ontstaat een goede motivatie om er wat aan te doen.
Koud weer geeft meer klachten omdat de bloedvaten door de kou vernauwen. Warm kleden bij koud weer (ook de onderbenen) is dus verstandig.
Doe zoveel mogelijk de gewone activiteiten in en rond het huis: tuinieren, auto wassen, traplopen, ramen lappen, stofzuigen. Zie gezondheidsnet: fit door het doen van dagelijkse dingen
Let op een goede huid/ voetverzorging: voorkom wondjes. Neem zo nodig contact op met een pedicure.
Gebruik goede schoenen zodat er geen wondjes ontstaan bij de voeten. Schoenen met de zogenaamde MBT-zolen kunnen de trainingseffecten verbeteren
Gebruik een loophulpmiddel (wandelstok/ rollator) als als het lopen moeilijk gaat. Zie 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij loophulpmiddel. . Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel bij u nodig is. Zie filmpje en onderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl’
Ontspannen door
Volg een cursus Yoga, mindfulness of ontspanningstherapie: omgaan met pijn en stress t.g.v. de klachten. Zie ook het onderwerp 'oefeningen divers' op deze site en kijk bij ontspanning
Massage onderbenen. Zie 'oefeningen divers' op deze site en kijk bij massage. Neem dit met de fysiotherapeut door: alleen oppervlakkig masseren! (ontspannende massage: strijkingen, schudden)
Losmaakoefeningen, zie verder
Bewegen / sporten
Naast vaatklachten benen kan er ook sprake zijn van andere klachten (diabetes, slijtage gewrichten.....) waar rekening mee gehouden moet worden. Bespreek dit met de fysiotherapeut
Voor mensen met vaatklachten aan de benen is het essentieel om te bewegen. Mogelijke sporten zijn wandelen, fietsen, roeien, sport en spel activiteiten. Wandelen/ looptraining is in ieder geval belangrijk omdat daarmee de kleine bloedvaatjes in de benen het beste geactiveerd worden. Er kunnen (niet een garantie!) ‘sluiproutes’ ontstaan die het bloed om de vernauwde vaten heen leiden. Op deze manier worden de benen weer beter van bloed voorzien, de spieren krijgen meer zuurstof en er ontstaan minder gauw klachten. Hou zo nodigeen activiteiten dagboek bij en bespreek dit met de fysiotherapeut
Als een sport niet meer uitoefend kan worden, zoek dan naar alternatieven: fitness programma voor thuis (hometrainer/ duo trainer/ roeiapparaat: zie onderstaand filmpje), wandelen, fietsen, etc.
Trainen met video of (spel)computer
Maak gebruik van dvd: 'virtuele wandelingen en fietstochten'zie Bol.com
De fysiotherapeut tests afnemen om de trainingsintensiteit te bepalen. Deze tests kunnen ook evaluatief worden ingezet. Zie aanvullende informatie 2.2.1
Bij wondjes aan de voeten en bij pijn in rust is het niet verstandig aan looptraining te doen. Zie ook aanvullende informatie 2.2.6
Wandeltraining kan zelf gedaan worden. Bij vragen erover kan zo nodig een aantal fysiotherapie afspraken gemaakt worden om uitleg te krijgen en gecoached te worden (afspraken met paar weken ertussen). Zo nodig (bij angst om door pijn heen te bewegen) kan looptraining onder supervisie gedaan worden in de fitnesszaal op de loopband (loopband is niet nodig voor effect looptraing!!)
In de richtlijn Fysiotherapie bij claudicatio intermittens staat beschreven dat mensen met vaatklachten aan de benen moeten proberen tot de maximale pijngrens te blijven lopen. Dit lijkt het meeste effect te hebben. Inmiddels zijn er verschillende studies die aantonen dat training onder de maximale pijngrens ook effectief is. Verder maakt het niet uit of iemand rustig naar de pijngrens toe loopt of juist snel.
Doe intervaltrainingen. Wandel net zo lang tot de klachten optreden en loop dan nog 3-4 minuten verder. Bouw dit op van een matige pijn die goed te verdragen is, tot een intensieve pijn. Rust uit tot de klachten verdwenen zijn en herhaal deze ‘wandeloefening’ nog enkele malen. Doe deze wandeloefeningen 1 maal per dag minstens 30 minuten.
Let op de looptechniek. Van belang is ondermeer om beide voeten even lang te belasten, armen mee te laten bewegen, voeten goed af te wikkelen en de romp mee te laten draaien. U loopt zo efficiënter en gebruikt minder zuurstof voor de benen (waardoor u langer kunt lopen).
Maak eventueel gebruik van een stappenteller bij de looptraining of een 'fitmeter' en bespreek dit met de fysiotherapeut, zie onder afbeelding van 'bol.com' bij'fitmeter'.
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Volg altijd de adviezen/richtlijn van de specialist en fysiotherapeut!
Combinatie van krachttraining benen en duurtraining geeft vaak beste resultaat
Losmaakoefeningen en rekoefeningen beenspieren: Doordat het advies is om over de pijngrens heen te gaan bij het lopen, kunnen de spieren in het lichaam verkrampen. Om hier mee om te gaan, kunnen losmaakoefeningen en rekoefeningen gedaan worden.
Krachtoefeningen beenspieren: Vaak hebben patiënten met vaatklachten aan benen minder spierkracht in de kuitspieren. Door middel van krachttraining worden de loopsnelheid en de loopafstand vergroot
Voor een mogelijk oefenprogramma bij deze klacht, zie onder en zie bijbehorende video. Onderstaande video's komen van de website 'rehab my patient', tenzij anders vermeld.
Losmaakoefeningen, uitvoeren in lig of zit of stand, onderstaande video's zijn van website 'rehab my patient'B
Voor een mogelijk trainingsprogramma, zie 'bewegen, sporten en trainen' op deze site en kijk bij 'mogelijk trainingsprogramma voor conditieverbetering'.
De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
Functionele oefeningen (stofzuigen, tuinieren, traplopen, fietsen….) zijn belangrijk omdat dit in het dagelijkse leven toegepast kan worden en omdat de te oefenen spier en/of gewricht dan deel uit maakt van een natuurlijke beweging. Zie website alles over sporten: Traplopen, bewegen en krachtoefening in één en 'neem de trap, blijf vitaal'.
De fysiotherapeut geeft aan welke adviezen en oefening voor u zinvol zijn
In de richtlijn Fysiotherapie bij claudicatio intermittens staat beschreven dat de patiënt moet proberen tot de maximale pijngrens – tot het ACSM 4-niveau – te blijven lopen. Dit lijkt het meeste effect te hebben. Inmiddels zijn er verschillende studies die aantonen dat oefentherapie onder de maximale pijngrens – trainen op ACSM 2- en 3-niveau – ook effectief is (Parmenter e.a., 2011; Lauret e.a., 2013). Het maakt niet uit of iemand rustig naar de pijngrens toe loopt of juist snel, waarbij hij langer in de pijnzone blijft trainen. De therapeut moet zich hierbij goed realiseren dat dit niet altijd makkelijk is voor de patiënt. Motiveren en stimuleren zijn belangrijke onderdelen van de begeleiding. In de richtlijn wordt het volgende geschreven over trainingsintensiteit: “Het is aannemelijk dat zowel trainingsprogramma’s met een lage als met een hoge intensiteit effectief zijn ter verbetering van de loopafstand”. Dus beide manieren van trainen zijn effectief.
Testen, meetinstrumenten, volgen behandeling voor fysiotherapeut
De Rutherford classificatie: (verdeeld in gradering en categorie)
Graad 0 Categorie 0: U heeft wel een vernauwing maar nog geen symptomatische klachten.
Graad 1 Categorie 1: U heeft milde claudicatio intermittens
Graad 1 Categorie 2: U heeft matige claudicatio intermittens
Graad 1 Categorie 3: U heeft ernstige claudicatio intermittens
Graad 2 Categorie 4: U heeft ischemische pijn terwijl u rust.
Graad 3 Categorie 5: U heeft beperkt weefselverlies. U heeft hierbij wonden die niet meer willen helen.
Graad 3 Categorie 6: U heeft uitgebreid weefselverlies. Uw wonden worden groter of tenen worden zwart.
De Fontaine classificatie:
Stadium 1: U heeft wel een vernauwing maar nog geen typische klachten van claudicatio intermittens (etalagebenen).
Stadium 2: U heeft last van etalagebenen. Afhankelijk van de loopafstand maken artsen een onderscheid tussen 2A en 2B. Bij een stadium 2A kunt u pijnvrij meer dan 100 meter lopen. Bij een stadium 2B treedt de pijn op voor dat u 100 meter gelopen heeft. De meerderheid van de patiënten blijft in stadium twee.
Stadium 3: U heeft ook in rust pijn in de benen en/of de voeten. De pijn vermindert wanneer men het been van het bed laat afhangen. De toevoer van zuurstof en voedingsstoffen komt in het betroffen been ernstig in het gedrang.
Stadium 4: Aan de getroffen voet komen niet genezende wonden, necrose of gangreen voor. Er bestaat gevaar voor amputatie.
De stadia 3 en 4 worden door de artsen kritieke ischemie genoemd. Bij kritieke ischemie wordt een lage bloeddruk in de benen gemeten (minder dan 50 mmHg t.b.v. de enkels en/of 30 mmHg ter hoogte van de grote teen).
Om de trainbaarheid van de patiënt vast te stellen let de fysiotherapeut specifiek op tekenen van acute verslechtering van de symptomen van sPAV en op de belastbaarheid van de patiënt. Dit kan zich uiten in: defecten aan de huid tussen het tijdstip van verwijzing en het moment van de intake; enkeloedeem beiderzijds, dit is een mogelijke aanwijzing voor de aanwezigheid van hartfalen; standsafwijkingen van de benen; opvallend kleur- of temperatuurverschil tussen beide benen, ontstaan tussen het tijdstip van verwijzing en het moment van de intake. Bij patiënten met diabetes ligt het accent van de inspectie op het controleren van drukplekken op de voet, die veroorzaakt zijn door schoeisel of wondjes.
Deze gerandomiseerde studie toont geen verschil aan op middellange termijn tussen perifeer arteriële revascularisatie en loopoefeningen onder supervisie voor de aanpak van claudicatio intermittens, niettegenstaande het vroegtijdige voordeel van revascularisatie, dat reeds aangetoond is in een vroegere systematische review.
Boek: Onderzoek en behandeling van het bekken H8 (Ernstige vernauwing van de arteria iliaca communis door atherosclerose), Koos van Nugteren
Looptraining bij Perifeer Arterieel Vaatlijden (2013). De conclusie luidt dat loopprogramma’s gecombineerd met wekelijkse groepssessies resulteren in een betekenisvolle verbetering van de loopafstand van patiënten met PAV. Jammer dat de onderzoekers niet hebben gekeken naar het advies om 50 minuten per dag te lopen zonder wekelijkse groepsessies. En dat de controlegroep niet was samengesteld uit patiënten die wel begeleiding kregen van een fysiotherapeut. Evengoed is het hoopgevend dat het loopadvies na 6 maanden een klinisch relevante verbetering van de loopafstand laat zien. Mits deze winst niet resulteert in een wandeling naar de dichtstbijzijnde sigarenboer, is er toch weer wat gewonnen.
Website van het Longfonds, video's: 'motivational interviewing'. Is hier beschreven voor COPD, maar kan toegepast worden voor alle klachtenbeelden waar gedragsverandering van belang is voor herstel. Motivational Interviewing (of motiverende gesprekstechnieken) is een gespreksmethode om tot gedragsverandering te komen. Vaak willen mensen met een (chronische) klacht wel iets veranderen, bijvoorbeeld hun voeding of beweegpatroon, maar lukt het niet. Met 'motivational interviewing' verandert de cliënt zijn gedrag zelf, vanuit de eigen motivatie, en niet vanuit een oplossing die door de zorgverlener wordt opgelegd. U geeft de cliënt meer verantwoordelijkheid over de eigen keuzes (= zelfmanagement).
CME online: Periveer Arterieel Vaatlijden. T.A. van Dockum, fysiotherapeut en docent op de post-HBO opleiding Perifeer Arterieel Vaatlijden (Hogeschool Leiden), docent bij de verdiepingscursus sPAV (Stichting ClaudicatioNet) en docent bij de bachelor Fysiotherapie aan de Hogeschool Leiden.