In het kort
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan het herste
Andere benaming: RA of reuma
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
De fysiotherapeut maakt een oefenprogramma van de oefeningen die u thuis kan doen
Dynamische oefentherapie, gericht op verbetering van spierkracht en conditie, is effectiever ten aanzien van het verbeteren van spierkracht, lichamelijke conditie en dagelijks functioneren dan geen oefentherapie of oefentherapie bestaande uit ‘range of motion’- of isometrische spierkrachtoefeningen bij personen met reumatoïde artritis, zonder nadelige effecten op de ziekteactiviteit.
Er is te weinig onderzoek om een uitspraak te kunnen doen over de effectiviteit van massage, elektrotherapie, TENS en ultrageluid bij patiënten met reumatoïde artritis. Er is beperkt bewijs dat lasertherapie, toegepast op de hand, een gunstig effect op pijn en stijfheid heeft.
Het is aannemelijk dat inlegzooltjes en speciaal geselecteerd schoeisel een gunstig effect hebben op pijn bij patiënten met reumatoïde artritis en voetklachten.
Het wordt aanbevolen leefstijladviezen, bestaande uit gewrichtsbeschermende en energiebesparende maatregelen op geleide van klachten, bewegingsmogelijkheden en hulpvraag van de patiënt, deel te laten uitmaken van de behandeling van patiënten met reumatoïde artritis. Timing van deze interventie is van belang.
Polsspalken zijn een belangrijk therapeutisch middel om pijnklachten in een acute fase van het ziekteproces te verminderen. Bij polsklachten ten gevolge van reumatoïde artritis kunnen patiënten baat hebben van een elastische dan wel rigide polsbrace ter ondersteuning van dagelijkse activiteiten.
• Bij instabiele vingergewrichten dan wel deformiteiten van de vingers kan de advisering van ringorthesen worden overwogen.
• Bij (beginnende) ulnaire deviatie kan worden overwogen een functionele antiulnaire deviatieorthese tijdens dagelijkse activiteiten uit te proberen.
• Het aanmeten van orthesen dient te gebeuren door ervaren therapeuten en/of instrumentmakers. Bij het aanmeten van de orthesen moet er aandacht zijn voor musculaire disbalans en mogelijke overbelasting van aangrenzende gewrichten
en meer proximaal gelegen spieren.
• Patiënten die een orthese krijgen aangemeten, moeten gemotiveerd zijn deze te dragen. Ook moet de patiënt worden geattendeerd op het feit dat niet kan worden gegarandeerd dat alle activiteiten met een orthese probleemloos kunnen worden uitgevoerd. Patiënten die een orthese krijgen aangemeten, moeten goede instructies krijgen voor oefeningen ter behoud van mobiliteit en spierkracht.
Op geleide van de hulpvraag van de patiënt kunnen de interventies ‘trainen van activiteiten’ en ‘advies en instructie ten aanzien van het gebruik van hulpmiddelen en aanpassingen’ deel uitmaken van de behandeling van patiënten met reumatoïde artritis.
Bij artrose zijn ZMP’s vooral gericht op voorlichting en gedragsaanpassingen en worden ze aanvullend gegeven op de gangbare medische behandeling. Via verbetering van zelfmanagement wil men pijn, functiebeperking en overige algemene klachten verminderen, en de kwaliteit van leven verbeteren. Klinische vraag: 'Dragen ZMP’s bij aan de effectiviteit van zelfmanagement bij patiënten met artrose'? Conclusie auteurs: Er is kwalitatief matig bewijs dat ZMP’s niet of nauwelijks effectief zijn bij de behandeling van patiënten met artrose.
Herkenning van reumatoïde artritis (2011).
In de beginfase van reumatoïde artritis (RA) lijkt het ziekteproces het best modificeerbaar. Deze periode van ongeveer 12 weken wordt daarom de ‘window of opportunity’ (kansrijke periode) genoemd.
Indien de behandeling wordt gestart binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten ontwikkelen patiënten minder gewrichtsschade en hebben ze een grotere kans op remissie.
Momenteel komt maar 31% van de nieuwe RA-patiënten binnen 12 weken na het ontstaan van de klachten bij een reumatoloog.
Herkenning van artritis gebeurt middels gewrichtspalpatie; om subtiele artritis van kleine gewrichten te herkennen is ervaring in het gewrichtsonderzoek vereist.
Er zijn diverse predictiemodellen ontwikkeld om tussen alle patiënten met een nieuw ontstane gewrichtsontsteking de patiënten met RA in een vroege fase te identificeren.
Een vroege herkenning van artritis en RA is onontbeerlijk voor een vroege behandeling en het verbeteren van de toekomstverwachtingen van RA-patiënten.
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol i