Zenuw, n.medianus: Beknelling zenuw handpalmzijde pols
Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding linker hand: links handrug en rechts handpalm. In groen ligament over carpale tunnel en in rood medianuszenuw.
In het kort
Andere benaming: Carpale Tunnel Syndroom
De carpale tunnel is een nauwe doorgang door de pols aan de handpalmzijde van de hand
Beknelling zenuw o.a door overbelasting, trauma, zwangerschap of overgang (varandering hormoonhuishouding)
U heeft gevoelsstoornissen in de vingers (meestal niet de duim)
Bij geringe klachten en bij een duidelijke oorzaak (bv zwangerschap of overgang) wordt afgewacht
De fysiotherapeut kan door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning geven aan het herstel
Werk, thuis of op locatie. Zie ook 'voorkomen overbelasting' op deze site en kijk bij 'werk bureau' en/of bij 'werk in huis' en/of 'werk fysiek'
Zo nodig kijken welke hulpverlener zinvol is als klachten blijven of erger worden
Andere benaming: CTS of carpale tunnelsyndroom of carpal tunnel syndroom
Anatomie
De carpale tunnel is een nauwe doorgang door de pols aan de handpalmzijde van de hand. Door de tunnel lopen zenuwen en pezen.
De medianus zenuw verzorgt het gevoel in duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en soms de pink. Veel individuele variaties in het verzorgingsgebied (= segmenten) van de huidzenuwen is echter mogelijk!
Zie google afbeeldingen:CTS. Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
Bij het CTS is er sprake van een beknelling van de middelste handzenuw (nervus medianus) in de carpale tunnel van de pols.
Komt veel voor tussen de 40jaar en 60 jaar
In 25% van de gevallen binnen 1 jaar spontaan herstel
Bij geringe klachten en bij een duidelijke oorzaak die van voorbijgaande aard is (zwangerschap of overgang) wordt afgewacht. Als de klachten na zes weken aanwezig blijven en de adviezen en oefeningen hebben geen effect gehad, is een doorverwijzing naar een neuroloog aan te raden
Voor uitgebreide en algemene informatie over een zenuwbeknelling, zie het onderwerp 'zenuwklacht' op deze site
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Vernauwing tunnel
Van nature een nauwe carpale tunnel (genetisch bepaald)
Na botbreuk pols kalkvorming in tunnel
Na verzwikking instabiliteit botjes rond tunnel
Druk van buitenaf door lang steunen op pols, bureuwerk met muis
Verdikking structuren in tunnel
Zwelling pezen / peesscheden
Oedeem (vocht) door bijvoorbeeld zwangerschap / overgang / schildklierklachten
Weefselzwelling bij aandoeningen: reuma, artrose
Overbelasting: steunen met pols op bureaublad bij muisbewegingen / computerspelletjes: frequent uitvoeren van dezelfde beweging / zwaar werk met de handen./ ongunstige stand pols bij handelingen / trillingen op hand en arm
Onbekend
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Pijn, tintelingen, doof gevoel, temperatuur stoornissen, krachtvermindering in de hand
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 2 - 4 behandelingen voldoende.
Eerste behandeling: uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en eerste adviezen oefeningen
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog 2 (of meer) behandelingen plannen. Eea is afhankelijk van uitgebreidheid blessure, het herstel, het oppakken van adviezen oefeningen en van de eventueel aanwezige 'bewegingsangst'
Injectie met corticosteroïden: meestal tijdelijk effect maar kan zinvol zijn om te proberen. Zie aanvullende informatie 2.4.1 en 2.4.2
Doorverwijzen: (hand)fysiotherapie / specialist na ongeveer 6 weken als klachten aanwezig blijven / erger worden / regelmatig terugkomen ondanks de adviezen en oefeningen
Specialist: neuroloog of neurochirurg of plastisch chirurg:
Onderzoek: EMG / röntgen bij vermoeden artrose. Zie ook startpuntradiologie.nl:hand
Operatie als alle andere interventies niet geholpen hebben
Heroperatie bij aanhouden of terugkomen klachten. Alleen bij aanhoudende ernstige neurologische symptomen kan men overwegen – na minimaal drie maanden – opnieuw een EMG te laten uitvoeren. In enkele gevallen is een heroperatie nodig. De beslissing om opnieuw te opereren kan pas worden genomen wanneer minimaal twee EMG-onderzoeken geen verbetering of zelfs verslechtering van de zenuwgeleiding hebben aangetoond. Oorzaken van onvoldoende herstel of het recidiveren van het carpaletunnelsyndroom zijn:
Bandje wat over tunnel loopt is onvoldoende gekliefd tijdens de eerste operatie
Er is een peesschedeontsteking ontstaan waarbij zwelling van weefsel is opgetreden (vooral bij reumatoïde artritis ziet men dit)
Er is littekenvorming ontstaan in en rondom de carpale tunnel.
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
Voorkomen van belastende situaties
Bij bureauwerk pols niet te ver naar achteren strekken (onder de 20 graden strekking). Zie website 'xpertclinic': aannemen juiste positie pols
Repeterende bewegingen voorkomen
Schudden/wapperen/ los bewegen van de pols kan de klachten verlichten (zie aanvullende informatie 2 j)
Bij geen of tijdelijk effect van fysiotherapeutische adviezen en oefeningen terug naar huisarts
Klachten verminderen door pols in een neutrale stand te houden, waardoor er minder druk is op de zenuw en de irritatie op de pezen afneemt
Zelf: hand iets naar achteren en middelvinger in verlengde van pols/ onderarm
Door middel van spalk of polsband of skeelerpolsband (eventueel overdag, maar in ieder geval ’s nachts dragen). Bij geen effect na 6 weken stoppen
Bewegen, sporten en werken
Niet met medicatie / pijndempers sporten of belastend werk doen
Als de eigen sport / werk niet meer uitgeoefend kan worden, zoek dan naar alternatieven
Onderzoeken sportmateriaal, sportomstandigheden, trainingsbelasting (frequentie, duur en intensiteit aanpassen) en techniek.
Bij operatie
Volg richtlijn specialist.
Mogelijk protocol
Hand eerste 24 uur hoog houden
Na 2 weken weer lichte werkzaamheden doen
Na 6 weken mag zwaar werk weer gedaan worden
Litteken kan enkele weken tot maanden gevoelig blijven
Prikkelingen en pijn in de vingers zijn meestal snel verdwenen, maar kan aanwezig blijven tot 6 maanden na de operatie
Soms opnieuw operatie als de klachten aanwezig blijven
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Bij specialistische begeleiding: volg protocol specialist
Losmaakoefeningen bij pijn en stijfheid
Zenuw glijoefeningen voor de radialis zenuw
Mogelijk basis oefeningprogramma bij deze klacht. Onderstaande video's komen van website 'xpertclinic' en 'rehab my patient', tenzij anders vermeld
Losmaakoefeningen / lig of zit of stand / elleboog licht gebogen / beweging eventueel ondersteunen met andere hand
De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
Neem met de fysiotherapeut door welke activiteit/sport u het beste weer kan doen. Rustig opbouwen van dagelijkse activiteiten (afwassen, stofzuigen, deur openen....) is belangrijkste oefening (= functioneel trainen). Bij alle activiteiten stabiel houden pols
De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen voor u geschikt zijn
Zie ook op deze site de onderwerpen: Zenuwklacht / KANS (CTS is onderdeel van klachten die passen bij Klachten Arm Nek en Schouder)
Onderbouwing
Promotie onderzoek: Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat conservatieve therapie zoals fysiotherapie, advies en uitleg, injecties met corticosteroïden, nachtelijk spalken of ergonomische aanpassingen op lange termijn effectief zijn bij een CTS (2010)
Er zijn aanwijzingen (niveau 3) dat ergonomische programma’s effectiever zijn dan geen behandeling (niveau 3). Het is aannemelijk dat werkpauzes effectief zijn en dat bij het carpaletunnelsyndroom aangepaste toetsenborden effectief zijn in vergelijking met placebobehandeling (niveau 2).
Er zijn aanwijzingen dat bij het carpaletunnelsyndroom aangepaste toetsenborden effectiever zijn dan normale toetsenborden (niveau 3).
Er zijn aanwijzingen dat lasertherapie in combinatie met TENS effectief is bij carpaletunnelsyndroom
Er zijn aanwijzingen dat ultrageluid effectief bij carpaletunnelsyndroom, zowel op de lange als op de korte termijn.
Richtlijnen Nederlandse Vereniging Neurologie, klik op CTS: Als conservatieve behandelingen voor het CTS worden spalkbehandeling of corticosteroïdinjecties geadviseerd. Het effect van conservatieve therapie is meestal tijdelijk, een spalk dient in ieder geval ’s nachts te worden gedragen, als na zes weken geen effect is bereikt, heeft het geen zin het dragen van de spalk voort te zetten, in geval van een corticosteroïdinjectie geeft de werkgroep de voorkeur aan een lage dosering van een kortwerkend corticosteroïd
Conclusie: Waarom zou de huisarts, gezien het korte termijn effect van een injectie, tóch injecteren bij het carpaletunnelsyndroom? ‘Een operatie is ingrijpender en geeft naderhand vaak klachten en restverschijnselen. Dus ik adviseer om ook bij het carpaletunnelsyndroom altijd in eerste instantie een injectie te geven, eventueel gevolgd door een tweede injectie als de klachten na twee à drie weken nog niet zijn verdwenen. Injecteren is veilig, goedkoop en makkelijk toe te passen. En een operatie kan altijd nog!
Conclusie: Lokale corticosteroïdinjecties door de huisarts zijn op korte termijn zeer effectief tegen carpaletunnelsyndroom, trigger finger en tendovaginitis van De Quervain. Op langere termijn beklijft het effect bij trigger finger en tendovaginitis beter dan bij het carpaletunnelsyndroom.
Prikkelingen in de handen (1999). De anamnese betreffende tintelingen in de hand(en) dient naar mijn opvatting daarom te worden uitgebreid tot beide genoemde syndromen, waarbij in het bijzonder aandacht moet worden geschonken aan het enkel- of dubbelzijdig optreden van deze klachten, alsmede aan het tijdstip en de houding bij provocatie ervan en aan beroepsmatige compressie bij de pols.
Carpaletunnelsyndroom (CTS) is een klinische syndroomdiagnose. Er is geen universele referentietest voor het vaststellen van CTS.
Bij patiënten met een klinisch beeld dat voldoet aan de typische kenmerken van CTS kan de diagnose gesteld worden zonder aanvullend onderzoek. In dat geval kan de arts direct overgaan tot het bespreken van de behandelopties aan de hand van de Consultkaart CTS.
Het gebruik van provocatietests, vragenlijsten en handdiagrammen wordt afgeraden vanwege hun beperkte diagnostische waarde.
Aanvullend onderzoek is geïndiceerd wanneer een patiënt niet alle typische kenmerken van CTS vertoont of wanneer er twijfel bestaat over de diagnose. Indien beschikbaar verdient zenuwechografie de voorkeur; zenuwgeleidingsonderzoek is een goed alternatief.
Vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg, patiëntvriendelijkheid en efficiëntie is het aan te bevelen dat de eerste en tweede lijn afspraken maken over het zorgpad voor patiënten bij wie CTS vermoed wordt.
Minerva,Tijdschrift voor Evidence Based Medicine: Carpaletunnelsyndroom: corticoïdinfiltraties of chirurgie? (2006). Wat is de effectiviteit van lokale infiltraties met corticosteroïden versus chirurgie in de behandeling van een idiopathisch carpaletunnel-syndroom?
Conclusie: Deze studie toont aan dat bij patiënten met een carpaletunnelsyndroom chirurgische decompressie op lange termijn (na 1 jaar) geen meerwaarde heeft boven twee opeenvolgende lokale infiltraties met een corticosteroïd
Boek: Onderzoek en behandeling van de hand H1 (Carpaletunnelsyndroom als gevolg van een fors ganglion) en H1a (1a Addendum het carpaletunnelsyndroom), Koos van Nugteren en Dos Winkel (2006)
Nekklachten (Nekhernia: symptomen C7- of C8-radiculopathie lijken veel op een carpaletunnelsyndroom, aangezien ook hierbij sensibiliteitsstoornissen kunnen optreden in het middelste en ulnaire deel van de hand. Bij een dergelijke radiculopathie blijft de kracht van de m. abductor pollicis longus gewoonlijk normaal).