Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding: voorzijde linker bekkenhelft en bovenste deel linker bovenbeen, in rood irritatie gebied heupkop en heupkom
In het kort
In het heupgewricht komen heupkop en heupkom bijelkaar
Bij gewrichtsklachten aan de heup is o.a het kraakbeen aangedaan:
Er kan sprake zijn van pijn en stijfheid rond de heup, bovenbeen en knie
U kan klachten hebben bij het weer gaan bewegen na rust en bij ernstige klachten ook pijn in rust
Bij ouder worden is er meer kans op heup gewrichtsklachten
Herstel kan lang duren: van paar weken tot enkele maanden
Als sprake is van slijtage is er kans op terugkerende klachten
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan het herstel
Zo nodig ook samen met fysiotherapeut kijken welke hulpverlener zinvol is als klachten blijven of erger worden
Zie video van de fysiotherapeut: is samenvatting van onderstaande
Andere benaming: heup gewrichtsklacht of heupklacht of pijn rond de heup
Anatomie
In het heupgewricht komen twee botten bij elkaar: heupkop (onderdeel bovenbeenbot) en heupkom (onderdeel van het bekken). Rond de heupkom ligt een kraakbeenring. Om de uiteinden van de botten ligt het gewrichtskraakbeen en het gewrichtskapsel. Binnen het kapsel zit gewrichtsvloeistof. Langs het gewricht lopen zenuwen, bloedvaten, banden, pezen en tussen de pezen zit een slijmbeurs.
Zie 'google afbeeldingen': heupgewricht. Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
Bij een heupgewrichtsklacht kan het kraakbeen, de gewrichtsvloeistof, het kapsel, de banden en pezen rond het gewricht aangedaan zijn. Ook kan er sprake zijn van botvorming langs de rand van het gewricht. Neem met de fysiotherapeut door welke structuren bij u aangedaan zijn.
Gewrichtsklachten vragen vaak om lang herstel (enkele maanden tot 1 jaar) en soms blijven de klachten aanwezig of komen regelmatig terug. Eea is afhankelijk van de situatie van het heupgewricht, de mate van belasting (sprake van belastende sport of werk?), de leeftijd en de algehele gezondheidstoestand.
Bij 50% van ouderen rond de 65 jaar en 70% van ouderen boven de 75 jaar is sprake van heup gewrichtsklachten
Voor uitgebreide en algemene informatie over gewrichtsklachten, zie het onderwerp 'gewrichtsklacht' op deze site.
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie zinvol is
Premaire heupgewrichtsklacht
Ouder worden: kwaliteit gewricht gaat achteruit (artrose). Klachten vaak meer dan 3 maanden aanwezig. Mate van artrose op een röntgenfoto zegt niet altijd iets over de ernst van de klachten!!
Doorgemaakt trauma of eerder doorgemaakt trauma (botbreuk, ontwrichting) en daardoor beschadiging gewrichtskraakbeen en/of bandletsel: zie botbreuk thv heup op deze site
Eerder doorgemaakte operatie
Neem met de fysiotherapeut door wat bij u de oorzaak is van de heupgewrichtsklacht
Pijn in bovenbeen (voorzijde en/of buitenzijde), knie, onderbeen, bil, lies
Bij drukken met vingers in lies
Bij staan op aangedane been
Bij starten bewegen na tijd zitten of na nacht slapen. Na stukje lopen verdwijnen de klachten vaak weer
Bij lang lopen (daardoor mank lopen)
Bij buiging heup (bijvoorbeeld bij schoenen aandoen)
Crepitaties (kraken, “zanderig” geluid) bij het bewegen
Verminderde beweeglijkheid heup (stijfheid): strekking, draaiing naar binnen en draaiing naar buiten
Ander looppatroon: been in heup naar buiten gedraaid en iets gebogen
Verminderde spierkracht/ stabiliteit rond het heupgewricht: bij volle belasting aangedane been (ongeveer 30 seconden op aangedane been staan) maakt romp een shift naar aangedane been (trendelenburg)
Neem met de fysiotherapeut door welke verschijnselen bij u aanwezig zijn
Fysiotherapeut
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 4 - 6 behandelingen voldoende. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden te scheppen om actief te blijven (oefeningen, bewegen, sporten) en balans te vinden tussen niet te veel doen, maar zeker ook niet te weinig. Zie ook aanvullende informatie 2.1
Eerste behandeling: Diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en eerste adviezen oefeningen
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog 2 (of meer: e.e.a afhankelijk van herstel) behandelingen plannen. Eea is afhankelijk van uitgebreidheid klacht, het herstel, het oppakken van adviezen oefeningen en de eventueel aanwezige 'bewegingsangst'
Glucosamine. Er zijn verschillende meningen over de effecten van glucosamine bij artrose: zie aanvullende informatie: 2.5.2.1 en 2.6.2 en 2.7
Doorverwijzen: onderzoek (rontgen) / fysiotherapeut / dieetis bij overgewicht / orthopeed als klachten ondanks adviezen en oefeningen aanwezig blijven
In de eerste lijn heeft bij een klinische verdenking op heupartrose een röntgenfoto weinig toegevoegde waarde, zie aanvullende informatie 2.5.2.4. Mate van artrose op een röntgenfoto zegt niet altijd iets over de ernst van de klachten: Soms veel artrose en weinig klachten en soms weinig artrose en veel klachten (artrose kan zitten op plek die veel klachten veroorzaakt!).
Voor doorverwijzen naar fysiotherapie of oefentherapie: Op de korte termijn is er wel een (bescheiden) effect van oefentherapie te verwachten, maar niet op de langere termijn. Huisartsen zullen zelf in overleg met de patiënt moeten afwegen of oefentherapie een meerwaarde heeft voor de behandeling. Zie aanvullende informatie 2.5.2.2
Dieetist: ondersteuning bij afvallen, zie aanvullende informatie 2.5.2.3
Onderzoek: MRI, röntgen. Mate van artrose op een röntgenfoto zegt niet altijd iets over de ernst van de klachten: Soms veel artrose en weinig klachten en soms weinig artrose en veel klachten (artrose kan zitten op plek die veel klachten veroorzaakt!). Zie website 'startpuntradiologie': Heup
Injectie: corticosteroid en lidocaine
Operatie.
Kijkoperatie. Zie 'heupscopie.nl: voorlichtingsfilmpje over heupartroscopie
Pijn in nacht die niet meer met medicatie kan worden verminderd
Belemmeringen in het dagelijkse functioneren
Afname kwaliteit van leven
Website's
Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV), zorg voor beweging: heupartrose
Video van 'zorgkaart Nederland': heup. Als u een versleten heup heeft, staat u voor een hoop keuzes. Een operatie of toch fysiotherapie? Een arts op een steenworpafstand of toch verder reizen voor een arts die heel goed bekend staat? Volg in deze animatie Els in haar zoektocht naar een geschikte behandelaar en behandeling. Zij laat zien waar u rekening mee moet houden bij het maken van een passende keuze.
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
In beweging blijven (essentieel bij gewrichtsklachten!), maar overbelasting voorkomen. Gedoseerd bewegen vermindert verstijving van het gewricht en verbetert de belastbaarheid
Als er sprake is van een in-actieve leefstijl kan fysiotherapie zinvol zijn om oefeningen aan te leren en adviezen te krijgen om te bewegen. Als er zelf voldoende motivatie is om de leefstijl aan te passen of er wordt al voldoende bewogen, dan is therapie niet altijd nodig. Regelmatig bezoek aan een fitnesscentrum of dagelijkse lichaamsbeweging, aangepast aan de eigen mogelijkheden, kunnen voldoende zijn (zie aanvullende informatie 2.13)
Zo nodig (of tijdelijk) loophulpmiddel gebruiken. Zie bol.com: elleboogkrukken // rollator // looprekje. Zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'lopen'. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel voor u geschikt is. Zie filmpjeen onderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl.
Pijndagboek bijhouden en dit bespreken met de huisarts of fysiotherapeut: locatie pijn, hoeveel pijn op pijnschaal van 0-10, belastende activiteit gedaan ervoor ?, hoe lang hield pijn aan?
Pijnstillers om in beweging te kunnen blijven en goed te kunnen slapen (niet met pijndempers zwaar belasten!)
Bij overgewicht: afvallen. Zie aanvullende informatie 2.5.3
Gebruik goed schoeisel (eventueel met demping: hardloopschoenen)
Een stoel met leuningen is prettig bij het opstaan en gaan zitten.
Ontspannen / pijndempen
Koude pakking op het heupgewricht (tien minuten, doekje tussen pakking en huid, twintig minuten tussen elke koudebehandeling). Zie bol.com: hot/coldpack. Zie 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij 'spieren'.
Warmtepakking op spieren bovenbeen en/of lage rug. Zie bol.com: hot/coldpack. Zie 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij 'spieren'.
Losmaakoefeningen: vaak en kort doen, zie verder bij oefeningen
Bewegen / sporten
Bespreek samen met de fysiotherapeut welke sport/ activiteit voor u geschikt is: duurtraining (wandelen, fietsen, zwemmen) en/of intervaltraining (bijvoorbeeld inspanningsblokjes van 5 minuten) en/of krachttraining.
Doe functionele oefeningen: opstaan en gaan zitten, liggen en opstaan, iets zwaars (bv stofzuiger) optillen en wegleggen, traplopen (zie gezondheidsnet: 'fit door dagelijkse dingen')
Probeer in plaats van te lopen meer te fietsen. Een electrische fiets en een fiets met een lage instap is ideaal voor mensen met heupklachten.
Zie ook video's op website 'physiotec', aquatherapie.
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Zie aanvullende informatie 2.1.1
Losmaakoefeningen bij pijn en stijfheid: lage rug, bekken en heup
Rekoefeningen
Vooral liesspier bij heupklacht: strekking in de heup optimaliseren
Rekoefening alleen zinvol als sprake is van verkorte spier (trek gevoel)
Krachtoefeningen voor spieren rond de heup en bovenbeen
Vooral spier buitenzijde bovenbeen van belang ivm doorzakken heup (= trendelenburg)
Als het mogelijk is functioneel oefenen ( = traplopen, opstaan en gaan zitten, wandelen, hometrainer, tuinieren, stofzuigen) omdat dit aansluit bij het normale gebruik spieren en gewrichten
Sportspecifiekeoefeningen
De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
Meeste video's van onderstaande oefeningen van website 'rehab my patient'
Sport/ werk specifiek oefenprogramma maken: opbouwen in snelheid bewegingen en in zwaarte.
Oefenprogramma van fysiotherapeut ondersteunen met enkele keren in de week trainen (bijvoorbeeld in een fitnesscentrum of joggen)
Leg extension apparaat: Niet te grote belasting
Loopband
Crosstrainer
Hometrainer
Juiste techniek sport of werk doornemen met de sporttrainer of fysiotherapeut. De techniek moet erop gericht zijn de uiterste grens van de belastbaarheid te vermijden. In sommige gevallen kan dit ten koste gaan van de geleverde prestatie
Sport: Techniek van sport die gedaan wordt. Bijvoorbeeld looptechniek bij joggen
Werk: Bijvoorbeeld tiltechniek (buigen in heupen en knieën / in- en uit vrachtwagen stappen)
Mogelijk opbouw
Het ‘droog’ trainen van activiteit: eerst voorzichtig in ‘slow motion’ en later, als het goed gaat, sneller. De uitvoering mag geen pijn doen.
Uiteindelijk meer sportspecifiek (of werkspecifiek) trainen. Men mag daarbij pas voluit gaan als men zonder enig probleem een tijdje rustig de betreffende activiteit/beweging kan doen. Heel geleidelijk de belasting op te voeren
Matig bewijs dat oefentherapie effectief is in het verbeteren van fysiek functioneren (matig effect) en pijn (matig effect). Op basis van matig effect, beperkte neveneffecten, aangetoonde kosteneffectiviteit en hoge aanvaardbaarheid van oefentherapie is de werkgroep van mening dat oefentherapie toch aanbevolen kan worden
Frequentie: Dagelijks uitvoeren van oefeningen. Start met 1-2x per week begeleide oefentherapie, aangevuld met zelfstandig uitgevoerde oefeningen en bouw gedurende de behandelperiode de begeleiding af. Spierkrachttraining 2 x per week en aerobe oefeningen 5 x per week tenminste 30 minuten
Intensiteit: Zorg voor een geleidelijke opbouw in intensiteit gedurende het programma
Type: Kies zoveel mogelijk voor functionele training en ondersteun dit waar nodig met apparaten: Integreer activiteiten die in het dagelijkse leven van de patiënt belemmerd worden (bv. lopen, traplopen, gaan zitten en opstaan uit stoel) in de oefentherapie door (onderdelen van) deze activiteiten te oefenen.
Spierkrachttraining: - Kies voor grote spiergroepen rondom het knie- en heupgewricht (met name knie extensoren, heupabductoren en knieflexoren) - Oefeningen uitvoeren voor beide benen (zowel voor heup- als knieartrose, zowel voor unilaterale als bilaterale artrose). - Kies oefeningen met eigen lichaamsgewicht en oefeningen met apparaten. - Kies geen oefening met grote mechanische kniebelasting bij knieartrose (bv. ‘leg extension apparaat’).
Aerobe training: Kies voor activiteiten met relatief lage gewrichtsbelasting, zoals lopen, fietsen, zwemmen, roeien, cross-trainer.
Richt je binnen één behandelsessie primair op één type training (spierkracht- of aerobe training) voor een optimaal behandelresultaat. Zo nodig spierrekkingsoefeningen en balans- en/of coördinatie/neuromusculaire training geven als aanvulling op de oefentherapie.
Tijdsduur: Ongeveer 8 tot 12 weken, aangevuld met een of enkele follow-up sessies na afronding van deze behandelperiode (bv. 3 en 6 maanden a afloop van de behandelperiode), om therapietrouw te stimuleren. Stimuleer om na de behandelperiode zelfstandig te blijven oefenen
Spierkrachttraining: Richt je binnen één behandelsessie op één type training (spierkracht-, aerobe of functionele training) voor een optimaal behandelresultaat.
Spierkrachttraining: 60-80% van 1 repetition maximum (1RM) (≈BORG-score 14-17) (of 50-60% van 1RM (≈BORG- score 12-13) voor mensen die niet gewend zijn aan krachttraining) met 2-4 sets van 8-15 herhalingen met 30-60 sec. pauze tussen sets door.
Kies voor oefeningen van de grote spiergroepen rondom het knie- en heupgewricht (met name knie extensoren, heupabductoren en knieflexoren) en kies oefeningen voor beide benen (zowel voor heup- als knieartrose, zowel voor unilaterale als bilaterale artrose).
Kies zowel voor oefeningen met eigen lichaamsgewicht als oefeningen met apparaten.
Kies geen oefening met grote mechanische kniebelasting bij knieartrose (bv. ‘leg extension apparaat’).
Oefen bij voorkeur dagelijks maar minimaal 2x per week
Kies niet voor behandelingen dmv laser therapie, elektromagnetisch veld, continuous passive motion (CPM), TENS (TENS evt als ondersteuning behandeling), massagetherapie, passieve mobilisaties, shockwave, taping, thermotherapie, ultrageluid aan bij patiënten met heup- en/of knieartrose
Het effect van glucosaminesulfaat op de progressie van heupartrose (2008). Na 24 maanden waren er geen verschillen in pijn en functie. Ook de gewrichtsspleetversmalling was na 24 maanden vergelijkbaar. Tot slot waren er geen verschillen in de secundaire uitkomstmaten. Conclusie Glucosaminesulfaat bestrijdt de symptomen en progressie van heupartrose niet beter dan een placebo.
Effectiviteit van oefentherapie bij patiënten met heupartrose (2016). Op de korte termijn is er wel een (bescheiden) effect van oefentherapie te verwachten, maar niet op de langere termijn. Dit geldt voor de manier waarop Nederlandse fysiotherapeuten de oefentherapie na verwijzing door de huisarts momenteel vormgeven. Huisartsen zullen zelf in overleg met de patiënt moeten afwegen of oefentherapie een meerwaarde heeft voor de behandeling. Toekomstig onderzoek zal de huisarts hier richtlijnen in kunnen bieden door na te gaan welke subgroepen van patiënten mogelijk baat hebben bij oefentherapie, welke vorm van oefentherapie het grootste effect heeft en hoe wij als zorgverleners de patiënt gemotiveerd kunnen houden om door te blijven gaan met bewegen en oefenen. Conclusie: Onze resultaten en die van andere onderzoeken laten zien dat het nog onduidelijk blijft wat de meerwaarde van oefentherapie is. De klinische heterogeniteit tussen de onderzoeken wat betreft patiënten, oefeningen, wijze, duur en intensiteit van de oefentherapie is waarschijnlijk de oorzaak van deze soms tegenstrijdige resultaten
Kansen in de behandeling van knie- en heupartrose (2011). Start met paracetamol, deze dosis langzaam verhogen, later een NSAID toevoegen, switcht naar een NSAID en als derde stap NSAID vervangt door tramadol. Verder werden patiënten verwezen naar de fysiotherapeut voor aerobische en krachtversterkende oefeningen en kregen de patiënten met overgewicht het advies om af te vallen.
Heuppijn niet gerelateerd aan afwijkingen op foto (2016). Patiënten met radiologische heupartrose hadden maar in gemiddeld 20% van de gevallen pijn in de lies of pijn bij endorotatie. Van patiënten met pijn in de lies had gemiddeld maar 5% daadwerkelijk radiologische heupartrose. Dit onderzoek maakt duidelijk dat de meeste patiënten met een klinische verdenking op heupartrose geen afwijkingen hebben op een röntgenfoto van het heupgewricht. De auteurs bevelen in deze gevallen aan om toch te behandelen als heupartrose, omdat een röntgenfoto slechts voor een deel bijdraagt aan de diagnostiek. In de eerste lijn heeft bij een klinische verdenking op heupartrose een röntgenfoto dus weinig toegevoegde waarde.
Een man met knieklachten door een heupafwijking (2016).Conclusie: Knieklachten kunnen een uiting zijn van een heupaandoening. Daarom is het van belang bij patiënten met knieklachten die niet goed te duiden zijn, altijd de ipsilaterale heup te onderzoeken en daarbij te letten op beperkte of pijnlijke rotaties. Als de huisarts al in een vroeg stadium rekening houdt met eventuele betrokkenheid van het heupgewricht, kan dat de juiste diagnose aanzienlijk versnellen en onnodig aanvullend onderzoek voorkomen. Men moet er rekening mee houden dat afwijkingen op röntgenfoto’s en MRI’s van de knie niet altijd de verklaring van de klachten zijn
Welke NSAID helpt het beste bij heup- of knieartrose? (2016). De onderzoekers geven in hun analyse aan dat, wanneer de effecten afgezet worden tegen de in de literatuur beschreven nadelen, diclofenac 150 mg de gunstigste uitkomst heeft ten opzichte van placebo. De onderzoekers hebben in deze analyse echter geen ‘indirecte’ effectschattingen berekend tussen de belangrijkste medicaties en doses onderling. Ook hebben zij de NSAID-gel niet meegenomen in de vergelijkingen, en hebben zij geen onderscheid gemaakt tussen patiënten met heup- of knieartrose. Tevens blijkt dat 92% van de studies financiering ontving van de industrie
Paracetamol bij artrose in het verdomhoekje? (2016). Conclusie: Als conservatieve maatregelen, inclusief frequente inname van paracetamol, onvoldoende helpen – en bedenk daarbij dat paracetamol in hogere doseringen ook niet volledig veilig is,10 – en de inflammatoire aspecten overheersen, is er plaats voor de ontstekingsremmende en daarmee pijnstillende werking van NSAID’s, al dan niet in combinatie met maagbeschermers en met dosisaanpassing bij nierinsufficiëntie, zoals diclofenac (75 mg 2 dd) of etoricoxib (60 mg 1 dd) in korte kuren van hooguit 2 weken. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen wat de plaats van colchicine of prednison als alternatief voor NSAID’s is . Bij chronische pijn biedt de NHG-standaard ‘Pijn’ voor huisartsen een prima uitgangspunt, met nadruk op zelfredzaamheid, activiteit en eventueel verwijzing naar een multidisciplinair team.1 Natuurlijk kan een nieuwe heup of knie bij patiënten met gevorderde heup- of knieartrose ook een prima optie zijn.
Reumafonds: voedingssupplementen, kijk bij glucosamine. Er zijn wisselende bewijzen over de effecten van glucosamine als het als supplement wordt gebruikt bij artrose.
Minerva, Tijdschrift voor Evidence Based Medicine. Oefenprogramma''s voor artrose van de onderste ledematen (2014; Volume 13; Nummer 4; Pagina 43 - 44).Wat is het effect van verschillende oefenprogramma’s in vergelijking met geen oefeningen of met andere oefenprogramma’s op pijnverlichting en functieverbetering bij patiënten met artrose van de onderste ledematen? Deze netwerk meta-analyse van heterogene studies besluit dat sommige vormen van oefentherapie effectief zijn voor pijnverlichting en functieverbetering bij patiënten met artrose in de onderste ledematen. Omdat er te weinig studies zijn die verschillende vormen van oefentherapie direct met elkaar vergelijken kunnen we nog steeds geen uitspraak doen over welke vorm van oefentherapie het meest effectief is op het vlak van pijnverlichting en functieverbetering bij knie-en heupartrose.
Boek: Onderzoek en behandeling van de heup
H1 (Artrose van het rechterheupgewricht), Koos van Nugteren
H2 (Coxartrose links en geringe verschijnselen van een lumbale kanaalstenose), Koos van Nugteren
H3 (Femurkopnecrose ten gevolge van stikstofembolie van de heuparteriën), Koos van Nugteren
Boek: Onderzoek en behandeling van artrose en artritis
H11 (Coxartrose links en secundair lichte patellofemorale artrose) en 11a (Addendum diagnostiek bij artrose van heup en knie), Koos van Nugteren, Dos Winkel
H2a (Addendum coxartrose en spinale stenose, een veelvoorkomende en moeilijk te differentiëren combinatie bij ouderen)
Boek: Kunstgewrichten:, de heup. Koss van Nugteren en Dos Winkel (2015)
H2: lage rugklachten met pijn in het linkerbeen en de linker voet bij een 70 jarige man
H4: geleidelijk ontstane liesklachten bij een 53 jarige sportieve man
Nederlands Tijdschrift voor geneeeskunde: Heupartrose, nepbehandeling gelijk aan fysiotherapie (2014). Bennell KL, Egerton T, Martin J, Abbott H, Metcalf B, McManus F, et al. Effect of physical therapy on pain and function in patients with hip osteoarthritis. A randomized clinical trial. JAMA. 2014;311:1987-97. Medline
Waarom dit onderzoek? Patiënten met artrose van de heup worden vaak verwezen voor fysiotherapie, maar voor deze behandeling is slechts beperkt wetenschappelijk bewijs.
Onderzoeksvraag: Heeft fysiotherapie een positief effect op pijn en functiebeperking bij patiënten met heupartrose vergeleken met een controlegroep die ‘schijnfysiotherapie’ krijgt?
Hoe werd dit onderzocht? In een gerandomiseerde placebogecontroleerde trial werden 102 patiënten met heupartrose en een pijnscore van > 40/100 verdeeld over 2 groepen: (a) manuele therapie inclusief thuisoefeningen; en (b) niet-werkend ultrageluid en een gel zonder werkzaam bestanddeel. Patiënten ondergingen 10 behandelingen gedurende 3 maanden. Vervolgens continueerden zij thuis nog gedurende een half jaar de oefeningen of de gel. De belangrijkste uitkomstmaten waren pijn en de mate van bewegingsbeperking na 3 maanden. De onderzoekers keken onder andere ook naar verbetering in deze scores na 9 maanden.
Belangrijkste resultaten: In de actieve groep was de pijnscore bij start 58,8/100 en deze verminderde na 3 maanden naar 40,1. In de groep die schijnbehandeling kreeg was de pijnscore bij start 58,0 en na 3 maanden 35,2, een gemiddeld, maar niet significant verschil van 6,9 in het voordeel van de schijnbehandeling. Ook na 9 maanden was dit verschil niet significant. De onderzoekers vonden ook geen significant verschil in de mate van bewegingsbeperking tussen beide groepen.
Consequenties voor de praktijk: Het is zeer goed voorstelbaar dat contact met een hulpverlener al therapeutisch werkt, onafhankelijk van wat hij of zij doet. Volgens de onderzoekers gaven eerdere trials waarin fysiotherapie werd vergeleken met niets doen tegengestelde resultaten. Uit dit onderzoek kunnen we in ieder geval concluderen dat het niet uitmaakt of u fysiotherapie of een nepbehandeling adviseert. Mogelijk is de keuze op basis van kosten dan snel gemaakt.
Algofunctionele Index heup (AFI): Voor patiënten met artrose, maar ook te gebruiken bij andere heup- en knie-aandoeningen
Harris Hip Score (HHS): Voor patiënten met coxartrose en -artritis, voor en na het operationeel inzetten van een totale heup endoprothese (on- of gecementeerd)
In de huidige richtlijnen over artrose (NHG-Standaarden Niet-traumatische knieproblemen bij volwassenen; Hand- en polsklachten) bestaat de behandeling met name uit het geven van goede voorlichting, desgewenst voorschrijven van pijnstillers en het geven van bewegingsadvies.
Context Zelf Management Programma’s (ZMP’s) zijn bedoeld om patiënten met een chronische aandoening te stimuleren een actieve(re) rol aan te nemen in hun medische behandeling.
Bij artrose zijn ZMP’s vooral gericht op voorlichting en gedragsaanpassingen en worden ze aanvullend gegeven op de gangbare medische behandeling. Via verbetering van zelfmanagement wil men pijn, functiebeperking en overige algemene klachten verminderen, en de kwaliteit van leven verbeteren. Klinische vraag: 'Dragen ZMP’s bij aan de effectiviteit van zelfmanagement bij patiënten met artrose'? Conclusie auteurs: Er is kwalitatief matig bewijs dat ZMP’s niet of nauwelijks effectief zijn bij de behandeling van patiënten met artrose.
Ik kan me vinden in de conclusie van de auteurs, dat het geen toegevoegde waarde heeft om patiënten met chronische pijnklachten door knie-, heup- of handartrose tijd, moeite en geld te laten investeren in het volgen van een ZMP
Patiënten met artrose aan de heup, knie of beiden die e-Exercise volgen gaan ongeveer evenveel vooruit als patiënten die reguliere fysiotherapie volgen, terwijl ze veel minder vaak bij de fysiotherapeut komen. Dit blijkt uit onderzoek van Nivel en Hogeschool Utrecht-onderzoeker Corelien Kloek, die hierop 4 april promoveert aan Tilburg University.
Targeted rehabilitation exercises graded by exercise intensity can be prescribed specifically for the anterior and posterior GMin segments to aid in restoration of hip function following injury or ageing.