Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding: als voorbeeld, kop bovenbeen, met in rood mogelijke breuklijnen
In het kort
Andere benaming: Fractuur
Een botbreuk kan ontstaan door krachten van buitenaf of spontaan door een ziekte (bv osteoporose).
U heeft pijn, zwelling en kan het betreffende lichaamsdeel niet bewegen
Door rust of met behulp van gips of door een operatie moet het gebroken bot herstellen.
Bij een botbreuk wordt vanuit de botuiteindennieuw botweefsel gevormd.
Dit proces duurt ongeveer 6-8 weken
In deze periode moet u bij een botbreuk in het been of rug, een aantal weken lopen met een hulpmiddel: Krukken of looprekje.
De fysiotherapeut kan door uitleg, adviezen en oefeningen het herstel ondersteunen
Na herstel van een botbreuk kan er nog maanden sprake zijn van periodes van zwelling, pijn en verminderde functie.
.
Andere benaming: fractuur
Anatomie
Zie google afbeeldingen:menselijk skelet / botbreuk. Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
Een botbreuk is een onderbreking van het bot. Van belang hierbij is of de botbreuk:
Gesloten is (bot komt niet door de huid naar buiten) of open (bot komt door huid naar buiten)
Enkelvoudig is of complex (botbreuk met meerdere delen).
Soort breuklijn
Na de botbreuk moeten de breukvlakken weer goed tegenover elkaar staan (eventueel door tractie). Daarna kan door gips of door een operatie (fixatie met schroeven en/ of platen) het gebroken bot gefixeerd worden. Bij sommige breuken (bv botbreuk sleutelbeen) is niet altijd een fixatie nodig
Vanuit de botuiteinden wordt nieuw botweefsel gevormd. Het herstel na een botbreuk is afhankelijk van de ernst van de breuk. In sommige gevallen is de genezing vertraagd, verkeerd, of niet aanwezig. Maar in normale gevallen herstelt een botbreuk grotendeels binnen 8 weken. Dit herstel verloopt in 4 fases.
Dag 1 tot 5: Ontstekingsreacties (bv. zwelling) en bloeduitstortingen (hematoom)
Week 1 tot 4: Vorming van korrelig ongestructureerd herstelweefsel (weke callus) tussen de twee botdelen en rondom de breuk. Dit weefsel is zacht en laat nog beweging toe. Daarnaast is het nog niet zichtbaar op de röntgenfoto. (= X-foto)
Maand 2 tot 4: Het ongestructureerde weke callus krijgt meer stevigheid doordat er meer mineralen in worden opgeslagen. Dit wordt 'ossale callusformatie' genoemd. Het weefsel is zichtbaar op een röntgenfoto. Wanneer de callus zo stevig is dat er geen beweging meer mogelijk is tussen de fractuurdelen, is de fractuur klinisch geconsolideerd (vastgegroeid). Op de plaats van de fractuur is het bot dikker.
Maanden tot jaren: Het opnieuw in vorm brengen van het bot (remodellering). Overtollig callusweefsel wordt afgebroken en onder invloed van drukkrachten op het bot, neemt de sterkte van tussenliggend callus toe. Het bot is uiteindelijk minstens net zo sterk als de oorspronkelijke situatie.
Nadeel bij fixatie met gips is dat gewrichten ook 6 weken vastgezet worden, wat consequenties heeft voor botdichtheid, kapsel (verklevingen), kraakbeen en spieren rond gewricht.
Mogelijke complicaties bij herstel van een botbreuk
Vertraagde genezing (consolidatie) of mislukte genezing (pseudoartrose).
Afwijkende stand bij een niet goed gelukte repositie.
Zenuwuitval en daardoor tintelingen, krachtsverlies, functieverlies: zie het onderwerp 'zenuwklacht' op deze site.
Infectie
Verstijfving gewricht: zie het klachtenbeeld 'frozen shoulder'
De neiging om pijn en stijfheid verkeerd te interpreteren en 'rampdenken': daardoor minder goed/snel herstel. Zie aanvullende informatie 2.8
Elke botbreuk is verschillend. Uw specialist (orthopeed) geeft aan welke richtlijn voor u geldt
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Krachten van buitenaf (een val/ een botsing)
Onderliggende ziekte (osteoporose, tumor)
Continue zware belasting (stress fractuur). Zie ook aanvullende informatie 1.9
Stressfracturen ontstaan door overbelasting van het bot door gewichtdragende activiteiten. Deze overbelasting zorgt voor een disbalans tussen de activiteit van osteoclasten en osteoblasten die microfracturen veroorzaken. Uiteindelijk kan dit een breuk in het corticale gedeelte van het bot geven. De meest voorkomende stressfractuur bij hardlopers bevindt zich in de tibia (ongeveer 40%).
Enkele risicofactoren voor het krijgen van een stressfractuur zijn: Vrouwelijk geslacht; beenlengte verschil; valgus knie; beperkte dorsaalflexie van de enkel; een exorotatie van de heup groter dan 65 graden; roken; lage vitamine D-status; slecht schoeisel.
Overbelasting: stressfractuur. Komt veel voor bij hardlopers. De klachten van een stressfractuur worden gekenmerkt door een lokale pijnklacht zonder een trauma in de voorgeschiedenis. De pijn komt op tijdens belasting, waarbij de pijn ook juist later in de training naar voor kan komen. Als er geen adequate stappen ondernomen worden zal de hevigheid van de pijn toenemen en zal uiteindelijk ook de pijn in rust gevoeld worden. Tijdens het onderzoek kan sprong-/ schokbelasting de klachten mogelijk opwekken en wordt er op de plek van de stressfractuur bij palpatie forse pijn gevoeld. Soms is lokaal een lichte zwelling te palperen.
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Blauwverkleuring door bloeduitstorting (zakt vaak naar onderen)
Standsverandering
Pijn door
Zwelling
Bloeduitstorting bij de breuk
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder.
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
Volg protocol van de eigen specialist
Contact opnemen met de gipskamer of afdeling spoedeisende hulp als betrokken lichaamsdeel dik wordt, tintelt, klopt, wit of blauw wordt en er binnen enkele uren na het hoog houden geen verbetering optreedt.
Zelfmassage van de spieren rond de breuk na herstel botbreuk. Zieoefeningen divers en kijk bij massage
Doe in de weken van botaanmaak (meestal 6-8 weken) en daarna oefeningen
Niet roken omdat herstel van een botbreuk bij rokers trager verloopt (zie aanvullende informatie: 2.7)
Ga niet in bad in verband met het in- en uitstappen en het week worden van de wond
Als een lichaamsdeel enkele weken niet kan/ mag bewegen ontstaat er stijfheid en een verminderde doorbloeding van het omliggende weefsel. Het is dus van belang om in de weken van botaanmaak (6-8 weken) te weten wat aan oefeningen gedaan mag worden.
Het duurt vaak lang (enkele maanden) voordat gewrichten en de spieren het oude belastingsniveau weer bereikt hebben. Signalen van te veel belasting: pijn / zwelling / warmte rond gewricht / spierpijn.
Het is van belang na herstel bot, de belasting rustig op te bouwen!
Neem met de orthopeed door wanneer autorijden weer mogelijk is en mag (ivm verzekering)
Bij botbreuk arm
Houd de onderarm hoog dmv een mitella. Gedurende de nacht de mitella afdoen en de arm op een kussen leggen.
Leg been hoog als deze gezwollen is.
Bij botbreuk been
Bij botbreuken aan de benen/ bekken/ rug is meestal tijdelijk een loophulpmiddel ( krukken/ looprekje/ rollator) noodzakelijk. Zie 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij 'lopen'. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel bij u nodig is. Ziefilmpje en onderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl’.
Ga zitten in een stoel die hoog genoeg is (als u met de billen tegen de rugleuning zit moet u nog met de voeten bij de grond kunnen) en armleuningen heeft
Leg been hoog als deze gezwollen is.
Plaats het geopereerde been naar voren bij het gaan zitten en staan
De benen niet over elkaar leggen of kruisen in zit
Voorkom uitglijden; haal losse kleden en snoeren weg en gebruik in de douche een antislipmat.
Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen: lange schoenlepel, kousenaantrekker, ‘helping hand’ en schoenen met klittenband en/of elastische veters.
Bij het aankleden eerst het geopereerde been in de broekspijp steken en bij het uitkleden het gezonde been eerst uit de broekspijp halen
Bij gips
Het duurt 48 uur voordat het gips zijn maximale sterkte heeft gekregen. Tijdens deze periode erg voorzichtig zijn met het gips.
Gipsverband mag niet nat worden: de huid blijft dan vochtig, waardoor er jeuk ontstaat en de huid kapot gaat. Voor het douchen kan een douchehoes gebruikt worden (te koop bij apotheek of thuiszorgwinkel).
Niet met een voorwerp onder het gips krabben ivm ontstaan wondjes / infecties.
Bij gips arm: geen ringen dragen.
Contact opnemen met de gipskamer als het gips gebroken is.
Bij operatie, volg protocol orthopeed
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij een botbreuk
Volg altijd richtlijn specialist en fysiotherapeut
Losmaakoefeningen gewrichten: mobiel houden gewrichten rond botbreuk
Losmaakoefeningen spieren: loshouden spieren rond botbreuk
Rekoefeningen spieren: op lengte brengen/ houden spieren thv breuk na herstel botbreuk
Kracht- en stabiliteitsoefeningen: herstel spierkracht van spieren thv breuk na herstel botbreuk
Door krachttraining niet aangedane zijde verbetering kracht aangedane zijde (zie aanvullende informatie 2.9)
Intensiveren oefeningen als bot hersteld is (vaststellen na rontgen)
Voor oefeningen en algemene informatie bij oefeningen, zie 'adviezen en oefeningen' bij botbreuk waar sprake van is. Zie ook 'oefeningen per lichaamsdeel op deze site'
Neem met de fysiotherapeut door welke activiteit/sport u het beste kan doen
Maak met de fysiotherapeut een programma, wat thuis gedaan kan worden.
Hoger risico op volgende fractuur door antidepressivum (2018). Patiënten met een osteoporotische fractuur hebben een verhoogd risico op nog een dergelijke fractuur binnen 1 jaar na de eerste fractuur als zij antidepressiva gebruiken. Voor benzodiazepines geldt dit verhoogde risico verrassend genoeg niet. Dat concluderen Liesbeth van de Ven (Maastricht UMC) en collega’s na analyse van Nederlandse huisarts-, ziekenhuis- en apotheekgegevens (Osteoporos Int. 2018; online 15 augustus).
Calciuminname en botdichtheid bij 50-plussers (2018). Consequenties voor de praktijk: De inname van extra calcium, ongeacht de bron, heeft maar een klein effect op de botmassa. Deze kleine botversteviging zal niet leiden tot een klinisch relevante afname van fracturen
Botstimulator helpt niet (2016). Een grote Noord-Amerikaanse gerandomiseerde studie kraakt het gebruik van een apparaat dat door laagintensief ultrageluid botbreuken sneller zou doen helen. Het artikel laat daarnaast pijnlijk zien hoe apparatuur zonder bewezen effectiviteit toch massaal door patiënten en behandelaars kan worden omarmd (BMJ. 2016;355:i5351).
Fractuurpreventie bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose door een jaarlijks infuus met zoledroninezuur (2007). In The New England Journal of Medicine (NEJM) van 3 mei 2007 werden de resultaten gepresenteerd van een grootschalige gerandomiseerde en placebogecontroleerde studie naar het antifractuureffect van een jaarlijkse intraveneuze toediening van het bisfosfonaat zoledroninezuur gedurende 3 jaar bij postmenopauzale vrouwen met osteoporose. De resultaten van deze ‘Health outcomes and reduced incidence with zoledronic acid once yearly’(HORIZON)-studie1 zijn belangrijk: er werd een statistisch significante en klinisch relevante vermindering vastgesteld van het optreden van wervel-, niet-wervel- en heupfracturen.
Botgenezing blijkt door roken zeer nadelig te worden beïnvloed. Zo hadden patiënten die rookten 16x meer kans op een niet vast groeien van een enkelarthrodese (het vastzetten van het enkelgewricht) dan niet rokers. Ook hierbij wordt de oorzaak gezocht in een verminderd zuurstofaanbod door verkramping van de kleine bloedvaatjes en een verminderde capaciteit van het bloed om zuurstof te vervoeren door de koolmonoxide in sigarettenrook.
Pijnbeleving en coping van de patiënt blijken wel veel uit te maken. Met name rampdenken, de neiging om pijn en stijfheid verkeerd te interpreteren en je voor te bereiden op het ergste, is een belangrijke factor. Het zou artsen kunnen helpen om rampdenken te leren herkennen en patiënten te leren helpen hiermee om te gaan
Conclusie: Krachttraining van het gezonde lichaamsdeel kan krachtverlies aan de andere kant voorkomen, bij gezonde proefpersonen die daarvoor geen krachttraining gedaan hadden. Omdat de spieren van atleten vaak goed getraind zijn, is het aannemelijk dat zij wel aan krachtverlies zullen lijden na immobilisatie van een arm of been. Wellicht kan het intensief trainen van het andere lichaamsdeel de schade enigszins beperken.