Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding voorzijde rechter schoudergordel, in rood kapsel rond schoudergewricht (rond kop - kom schouder) wat ontstoken is bij een schouder gewrichtsklacht
In het kort
Andere benaming: Frozen shoulder of stijve schouder
Het schoudergewricht is samengesteld uit de kop van de bovenarm en de kom van het schouderblad. Rond het gewricht zit het gewrichtskapsel (zie boven tekening)
Bij een schouder gewrichtskapselklacht is er sprake van ontsteking en daarna verkleving van het schouderkapsel.
Er kan sprake zijn van een aanwijsbare oorzaak (b.v een onderliggende aandoening of een trauma) of de oorzaak is niet echt duidelijk
Klachten kunnen onderverdeeld worden in
Bevriezende fase: Veel pijn en afname beweeglijkheid
Bevroren fase: Afname pijn en beperkte beweeglijkheid
Ondooiende fase: Herstel beweeglijkheid
Inzicht is belangrijk omdat het herstel lang duurt (12-24 maanden) en er geen behandeling is die genezend is!
Advies is om te bewegen binnen pijngrens en binnen bewegingsmogelijkheden: niet forceren!!
Bij herstel (verdwijnen ontsteking en kapsel wordt weer soepel), ontstaat er weer ruimte en kan er weer meer met de arm bewogen worden
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan herstel
Als klachten aanwezig blijven of erger worden, samen met de fysiotherapeut kijken welke hulpverlener zinvol is
informatie
Andere benaming: capsulitis adhaesiva shoulder of bevroren schouder of vastzittende schouder of frozen shoulder of stijve schouder
Anatomie
De schoudergordel wordt gevormd door de bovenarm (humerus), het schouderblad (scapula) en het sleutelbeen (clavicula). Deze botdelen vormen de volgende gewrichten: het schoudergewricht, het AC gewricht en het SC gewricht.
Het schoudergewricht is samengesteld uit de kop van de bovenarm (caput humerale), de kom van het schouderblad (cavitas glenoidale) en de kraakbeenring om de kom (labrum). Om de uiteinden van de botten zit kraakbeen en rond het gewricht zit het gewrichtskapsel. Binnen het kapsel zit gewrichtsvocht. Langs het schouder gewricht lopen banden, zenuwen en spieren (en pezen van spieren), met daartussen een slijmbeurs.
Zie google afbeeldingen: schouderkapsel ontstoken.Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen en video's voor u relevant zijn.
Bij een schouder gewrichtskapselklacht is het kapsel rond het schoudergewricht ontstoken en kan gaan verkleven met de omliggende structuren.
Er zijn twee typen schouder gewrichtskapselklachten (zie aanvullende informatie 1.3). De fysiotherapeut geeft aan waar bij u sprake van is.
Primaire schouder gewrichtskapselklacht: geen duidelijke oorzaak
Secondaire schouder gewrichtskapselklacht: er is sprake van een duidelijke oorzaak, namelijk een trauma of een ziektebeeld (komt vaker voor bij diabetes, hart- en vaatklachten, ziekte van Parkinson, reuma, schildklierproblemen).
Klachten gaan meestal vanzelf over (soms wel met rest bewegingsbeperkingen in schouder).
Een primaire schouderkapselklacht duurt meestal rond de 24 maanden.
Een secondaire schouderkapselklacht heeft een veel minder goed te voorspellen beloop
De periode van klachten kan onderverdeeld worden in drie stadia. De fysiotherapeut geeft aan waar bij u sprake van is.
Bevriezende fase: Duurt 2 tot 9 maanden. Veel pijn en minder worden van de beweeglijkheid.
Bevroren fase: Duurt 4 tot 12 maanden. De pijn wordt minder, maar de beweeglijkheid is slecht.
Ontdooiende fase: Duurt 12 maanden tot 4 jaar. Beweeglijkheid herstelt zich weer. Ongeveer één op de twintig mensen houdt ook na de laatste fase beperkingen
Er is geen behandeling die genezend is. Het schouderkapsel moet via natuurlijke weg herstellen. Bij herstel (kapsel wordt weer soepel), ontstaat er weer ruimte en kan er weer meer met de arm bewogen worden (zie aanvullende informatie: 2.3)
Komt meestal voor tussen de 40 jaar en 70 jaar
Komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen
Bij ongeveer 20 procent van de secondaire schouder gewrichtskapselklachten is sprake van klachten in beide schouders
Omdat de schouder minder goed beweegt komt de slijmbeurs eerder onder druk (daarom bewegen binnen mogelijkheden: bespreken met de fysiotherapeut!!), waardoor er ook een slijmbeursontsteking kan ontstaan
Inzicht is erg belangrijk omdat het herstel lang duurt en er geen behandeling is die genezend is!
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Zie ook boven bij 'algemeen'
Geen duidelijke oorzaak (premair).
Er is een aanwijsbare oorzaak (secondair): komt meer voor bij bepaalde ziektebeelden, zoals diabetes, hart- en vaatklachten, ziekte van Parkinson, reuma, schildklierproblemen
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Meestal geleidelijk ontstaan
Pijn
Bij op schouder liggen (bij slapen): druk op ontstoken kapsel
Bij aanspannen spieren, pezen spieren zijn verweven met ontstoken kapsel: trek en druk op ontstoken kapsel
Bij naar buiten draaien met gebogen elleboog en het heffen van de arm: ontstoken kapsel wordt opgerekt
Localisatie pijn: aan buitenzijde arm en pijn kan uitstralen tot onder de elleboog
Beperking (actief en passief) in beweging bij naar buiten draaien met gebogen elleboog, omhoog bewegen arm en naar binnen draaien arm (hand op de rug)
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut
Meningen verschillen tav begeleiding door fysiotherapeut.
Uitgaan van situatie dat er geen behandeling genezend is, dus dat uitleg en adviezen en lichte oefeningen en proces frozen shoulder volgen voldoende is (zie aanvullende informatie 1.4 en 2.3 en 2.4 en 2.5)
Ondanks het ‘self-limiting’ karakter van de een frozen shoulder adviseert 'schouder netwerken nederland', naar gelang de contextuele omstandigheden, wel uitgebreid te behandelen (zie aanvullende informatie 2.11 en 2.12)
Huisarts
Medicatie: Ontstekingsremmers hebben op de korte termijn een gunstig effect op pijn en functie van de schouder. Na zes weken is er geen duidelijk verschil meer tussen mensen die wel of niet ontstekingsremmers hebben gebruikt
Injectie: In de eerste fase een gunstig effect mogelijk wanneer er veel pijn in rust aanwezig is (zie aanvullende informatie: 2.4)
Doorverwijzen: fysiotherapeut / orthopeed bij sterke bewegingsbeperking of bij veel pijn
Specialist, orthopeed
Onderzoek: röntgenfoto (meestal geen afwijking te zien), MRI / artrogram, echografie. Zie ook startpuntradiologie.nl: schouder
Brace voor 'bevriezende fase' waarbij sprake is van veel pijn: rust geven aan schouder
Medicatie en injectie: zie huisarts
Operatie: Bij sterke bewegingsbeperking losmaken schouder onder narcose (in laatste fase): geschrompelde kapsel wordt losgetrokken. Over het nut hiervan zijn de meningen verdeeld, zie aanvullende informatie 2.9
Zie website's
Zorg voor beweging (Zorg voor beweging is de patiënten/consumenten-website van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging): stijve schouder
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
Beweeg voor/tot de pijngrens en voorkom daarmee kapselprikkeling en irritatie slijmbeurs. Zie aanvullende informatie 1.1 en 1.3 en 2.10 en ...
Te veel bewegen geeft meer kapselprikkeling en meer stijfheid van de schouder. Het schouderkapsel moet via natuurlijke weg herstellen van verkort weefsel (door onteking / verklevingen) naar normaal elastisch schouderkapsel. Als het kapsel ruimer wordt, kan vanzelf meer met de schouder bewogen worden.
Het is belangrijk om verdere irritatie van het schouderkapsel en de slijmbeurs te voorkomen door pijnlijke bewegingen in het dagelijkse leven te vermijden en ruim binnen de grenzen van beweging te blijven.
Intensief oefenen van de schouder heeft geen bewezen effect getoond.
Wat in elke fase doen
Eerste fase: Leren hoe de overgebleven beweeglijkheid optimaal benut kan worden zonder (na) pijn
Tweede fase: Het blijft belangrijk dat er in de schouder alleen onder de pijngrens bewogen wordt.
Derde fase: Er ontstaat meer beweeglijkheid in de schouder, waardoor er weer meer ruimte is om te bewegen.
Ontspannen / pijn dempen
Mitella / brace gebruiken bij veel pijn of houd de hand in de zak bij staan en lopen. Zie ook 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij 'ondersteuning'. Zie bol.com: schouderbrace en mitella
Losmaakoefeningen vaak en kort doen om spieren en gewricht binnen mogelijkheden los te houden. ie verder bij oefeningen
Warmtepakking op nek- en schouderspieren (met fysiotherapeut doornemen waar en wanneer). Zie bol.com: hot/coldpack
Zelfmassage nek- en schouderspieren om spieren rond nek en schouder los te houden. Zie 'oefeningen divers' en kijk bij massage schouder/bovenarm
Neem dit door met de eigen fysiotherapeut zodat die kan aangeven welke technieken voor u zinvol zijn, met welke intensiteit u het kan doen en waar u op moet letten.
IJspakking rond schoudergewricht (tien minuten, doekje tussen pakking en huid en twintig minuten pauze tussen elke behandeling) bij pijn. Zie website 'rehab my patient': koude pakking. Zie bol.com: hot/coldpack
Kijk samen met de fysiotherapeut welke activiteit nog mogelijk is
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Volg altijd het protocol van de eigen specialist / fysiotherapeut.
De fysiotherapeut maakt een oefenprogramma met u: erg belangrijk dit te volgen ivm kans op overbelasting en extra blessures (slijmbeursklacht en inklemmingsklacht)!! Zie aanvullende informatie 1.1 en 1.3 en 2.10 en ...
De oefeningen mogen geen pijn / napijn veroorzaken!!! (bij deze klacht essentieel). Eventuele pijn bespreken met fysiotherapeut. Soms is het zelfs beter geen oefeningen te doen!!
Oefeningen aanpassen aan reactiviteit schouderkapsel: hoge-, matige- en lage reactiviteit: Opbouwen oefeningen in zwaarte als beweeglijkheid van het schouderkapsel het toelaat (kan maanden duren!).
Houdingsgevoeloefeningen om een optimaal bewegingssamenspel tussen bovenarm (kop schoudergewricht) en schouderblad (kom schoudergewricht) te realiseren
Losmaakoefeningen: ontspannen spieren rond de schouder en het schoudergewricht. De fysiotherapeut geeft aan wat mag (is afhankelijk van de fase waarin klachtenbeeld zich bevind bij u).
Het optillen van de arm naar voren mag niet geoefend worden (en zeker niet met een katrol de arm omhoog trekken of tegen de muur oplopen met de handen) omdat daarmee de slijmbeurs en pezen geirriteerd worden (zie aanvullende informatie 1.3)
Spierversterkende oefeningen en stabilisatie oefeningen van de spieren rond de schouder (zgn rotatorcuff) en schouderbladspieren: beginnen onder de 90 graden en daarna boven de 90 graden als het pijnvrij kan.
Neem met de fysiotherapeut door welke activiteit/sport u nog kan doen zonder pijn (!). Rustig opbouwen van dagelijkse activiteiten (afwassen, stofzuigen, deur openen, fietsen....) is belangrijkste oefening (= functioneel oefeningen/ trainen).
Oefeningen. Meeste van de onderstaande video’s komen van de website ‘rehab my patient’:
Houdingsgevoeloefening / oefeningen uitvoeren in lig, zit of stand (tot pijn!!)
Schouderblad stabiliseren. Schouderbladen aantrekken: naar elkaar toe en naar beneden) en arm verschillende richtingen op bewegen onder schouderhoogte.
Losmaakoefeningen / oefeningen uitvoeren in lig, zit of stand / voor elke oefening schouderblad stabiliseren / de fysiotherapeut geeft aan tot hoever de beweging uitgevoed mag worden (voor de pijn blijven!!)
Losmaak bewegingen, eventueel beweging ondersteunen met andere arm
Duwen (b.v hand in kussen duwen), trekken (b.v tillen tas), steunen (b.v met hand steunen op tafel)
Als kapsel minder geirriteerd is en er weer ruimte komt voor bewegingen in de aangedane schouder samen met fysiotherapeut kijken welke oefeningen mogelijk zijn
Samenvatting: De frozen shoulder is een invaliderende en – in het eerste stadium – zeer pijnlijke aandoening van de schouder. Ze wordt gekenmerkt door een pijnlijke synoviitis van het glenohumerale gewricht, gevolgd door fibrosering van het gewrichtskapsel waardoor forse bewegingsbeperkingen ontstaan: een ‘frozen shoulder’. De échte frozen shoulder is een zelflimiterende aandoening waarvoor dus eigenlijk geen andere behandeling nodig is dan tijd.
Minerva,Tijdschrift voor Evidence Based Medicine:
Schouderpijn: corticosteroïdinjectie of fysiotherapie? (1999). Wat is de effectiviteit van corticosteroïdinjecties in vergelijking met fysiotherapie voor de behandeling van een pijnlijke stijve schouder in de huisartspraktijk? Bij een pijnlijke capsulaire beperking in het schoudergewricht is het intra-articulair toedienen van één tot twee corticoïdinjecties in de eerste zeven weken een goede keuze voor een snelle verlichting van pijn en beperking, en is superieur aan fysiotherapie.
Boek: Onderzoek en behandeling van de schouder H7 (Artritis van het humeroscapulaire gewricht: het eerste stadium van een idiopathische frozen should) en 7a (frozen shoulder algemeen), K. van Nugteren, D. Winkel
Uitleg:
Aandoening is niet ernstig
Uitleg spontaan herstel
Soms zal de volledige bewegingsuitslag echter niet meer worden bereikt, maar meestal geen last voor ADL.
Fysiotherapie in eerste stadium: vnl een begeleidende rol in het proces
Patiënt informeren over de aandoening
Bij veel pijn injectie: daardoor bewegingen iets beter te doen
Bewegen binnen mogelijkheden: mobiliteit onderhouden
Een eenvoudig ‘oefenprogramma’, oefenprogramma dagelijks vijf minuten uitgevoeren: anteflexie, exorotatie, endorotatie en de horizontale adductie door middel van de niet-aangedane arm tot aan de pijngrens wordt ondersteund.
Voorzichtig bewegen van de aangedane schouder binnen de pijngrens geeft een beter resultaat dan het passief rekken en mobiliseren tot voorbij de pijngrens. Pijn tijdens het oefenen verlengt het ziekteproces in eerste en begin tweede fase!
Regelmatig de bewegingsuitslag van de schouder meten en die vergelijken met de niet-aangedane schouder
Toenemende bewegingsbeperking is meestal niet te voorkomen.
Fysiotherapie in de tweede fase en derde fase is gericht op meer ‘agressieve’ stretchende oefeningen. De oefeningen kunnen dus intensiever worden uitgevoerd
Conclusie:
Behandeling van frozen shoulder is afhankelijk van het stadium waarin de aandoening verkeert.
Orale prednison bij frozen shoulder (2016). Conclusie: Op basis van twee kleine onderzoeken in de tweede lijn lijkt behandeling met orale prednison op korte termijn effectief bij patiënten met een frozen shoulder, maar na 6-8 weken is dit effect niet beter dan een afwachtend beleid. Betekenis Gezien het beperkte bewijs, de onduidelijkheid over effectieve dosering en de potentiële bijwerkingen/interacties lijkt er vooralsnog geen plaats voor orale prednison voor frozen shoulder in de huisartsenpraktijk.
Al ruim 60 jaar wordt intra-articulair geïnjecteerd. Men is echter steeds alerter op de mogelijke bijwerkingen van zowel glucocorticoïden als lokale analgetica bij intra- en peri-articulair gebruik.
In dit artikel zetten we de effecten en bijwerkingen uiteen van intra-articulaire glucocorticoïdinjecties bij niet-reumatische knie- en schouderaandoeningen. Daarnaast beschrijven we de overige indicaties voor glucocorticoïdgebruik die vaak voorkomen.
Op enkele indicaties na hebben intra-articulaire glucocorticoïdinjecties een klein en kortdurend pijnstillend effect; op de lange termijn is er geen therapeutisch effect.
Bijwerkingen variëren van lokale huidafwijkingen tot bijnierschorsinsufficiëntie, die weken kan aanhouden.
Glucocorticoïdinjecties hebben een plaats in de dagelijkse praktijk, maar er is geen langetermijneffect. Met het oog op mogelijke bijwerkingen en schadelijke effecten is het raadzaam de laagst mogelijke, maar nog effectieve dosering toe te dienen.
In opdracht van SchouderNetwerken Nederland (SSN) hebben de auteurs van dit artikel gedurende de afgelopen twee jaar de ‘SNN Praktijkrichtlijn Frozen Shoulder (FS) voor fysiotherapeuten 2017’ opgesteld. Deze bestaat uit twee delen: de Praktijkrichtlijn en het Addendum. De Amerikaanse APTA-richtlijn uit 2013 van Kelley et al.1 verschafte hiervoor een belangrijke basis. De aanbevelingen van SNN zijn uitgebreid en versterkt door toevoeging van wetenschappelijke literatuur tot en met begin 2016 en de expert-opinie van de vijf auteurs en hun netwerk. Naast de wetenschappelijk onderbouwde en praktische klinische informatie is er aandacht voor de obstakels die de fysiotherapeut binnen het complexe en langdurige zorgverleningsproces kan ontmoeten. Ondanks het ‘self-limiting’ karakter van de FS adviseert SNN - naar gelang de contextuele omstandigheden - een maximum aantal van 20 zittingen (profiel I), 40 zittingen (profiel II) en 50 zittingen (profiel III). Tekst: Eric Vermeulen, Ruud Schuitemaker, Karin Hekman, Donald van der Burg en Filip Struyf