Gewricht: Standscorrectie operatie knie

Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn. 
SAM 5537
  •  Zie boven afbeelding voorzijde linker knie, in rood driehoek bot wat verwijderd wordt bij een standscorrectie operatie

In het kort

  • Andere benaming: Osteotomie 
  • In de knie komen bovenbeen en onderbeen bijelkaar en ligt aan de buitenzijde het spaakbeen: Zie video over kniegewricht 
  • Kiezen voor deze operatie
    • als artrose vnl zit aan de binnenzijde van het knie
    • bij te jonge leeftijd voor totale knieprothes
  • Door een driehoekig stuk bot uit het scheenbeen te nemen (zie boven bij tekening en zie video: osteotomie
    • wordt de druk van de binnenzijde van de knie gehaald
    • gaat de slijtage minder snel
    • vermindert de pijn

  • Andere benaming: Osteotomie 
  • Anatomie
    • In het kniegewricht komen twee botten bij elkaar. Om de uiteinden van de botten ligt het gewrichtskraakbeen en rond de botten zit het gewrichtskapsel Binnen het gewrichtskapsel zit gewrichtsvloeistof.
    • Zie website 'zorg voor beweging': animatie filmpje met uitleg over het kniegewricht.
  • Zie google afbeeldinge: standscorrectie knie. Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
  • Meestal is bij artrose van de knie de binnenzijde van het knie gewricht aangedaan, hierdoor kunnen O-benen ontstaan met toenemende knieklachten en kraakbeenslijtage. Door een driehoekig stuk bot uit het scheenbeen te nemen (en omdat het been aan de buitenzijde korter wordt moet ook een stukje uit het spaakbeen gehaald worden), wordt de druk van de binnenzijde van de knie gehaald, waardoor de slijtage minder snel gaat en de pijn vermindert. 
  • Zie video UMC: Standscorrectie
  • Voor de periode voor de operatie, zie het onderwerp 'kniegewrichtsklacht' op deze site
  • Elk ziekenhuis heeft zijn eigen protocol bij een standscorrectie operatie. Het beste is om dit op te vragen bij uw orthopeed en dit 2-4 weken voor de operatie 
  • Mogelijke complicaties
    • Infectie: Hierbij bestaat de kans dat de genezing langer duurt.
    • De stand van het been kan onvoldoende gecorrigeerd zijn, waardoor U pijn kunt blijven houden. Enige over correctie van de stand is goed, maar dit kan ook te veel zijn.
    • De botstukken groeien niet aan elkaar waardoor een tweede operatie nodig is.
    • Ondanks de antistolling medicijnen kan er trombose ontstaan.
    • Een enkele keer ontstaat een uitval van een zenuw waardoor een zogenaamde klapvoet ontstaat. Door deze zenuwuitval is een aanpassing van de schoen noodzakelijk. De zenuwuitval kan tijdelijk of blijvend zijn. 
  • Wanneer wordt voor een standscorrectie operatie van de knie gekozen
    • Bij ernstige slijtage aan één kant, meestal de binnenzijde
    • Een te jonge leeftijd voor een Total Knee Prothese

Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is

  • Fysiotherapeut
    • De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 8 - 12 behandelingen voldoende. Tijd is de belangrijkste factor bij herstel van de aangedane structuren. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
      • Eerste behandeling: Diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en eerste adviezen oefeningen
      • Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
      • Behandeling 3-6: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
      • Behandeling 7 en 8 enige tijd na behandeling 6: evalueren stand van zaken.
      • Zo nodig nog 2 (of meer: e.e.a afhankelijk van herstel) behandelingen plannen
  • Huisarts
    • Medicatie: pijndemping
  • Orthopeed
    • Controle afspraken
    • Neem contact op met de orthopedisch chirurg als uit de wond vocht of bloed gaat lekken, als de knieregio dik, rood of pijnlijk wordt; als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl u het daarvoor wel kon; als er na 3 maanden nog sprake is van een beenlengte verschil.
    • Meestal is het eerste controlebezoek aan de orthopeed 3 maanden na de operatie.
      • Controle foto. Zie ook startpuntradiologie.nl: knie
      • Het is verstandig om voor het bezoek aan de orthopeed de vragen die u wilt stellen op te schrijven . De orthopeed neemt opnieuw met u door hoeveel u mag belasten aan de geopereerde zijde en of fietsen of zwemmen of autorijden mag.
    • websites
  • Diëtist: overgewicht  begeleiden (zie ook op deze site: overgewicht)
  • Ergotherapeut: hulpmiddelen voor het dagelijkse leven

Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling

  • Volg protocol eigen specialist. Mogelijk protocol is:
  • Algemeen
    • Neem de onderstaande punten samen met uw fysiotherapeut enkele weken voor de operatie door.
      • Het verblijf in ziekenhuis duurt enige dagen: per ziekenhuis verschillend en afhankelijk van het verloop na de operatie. Voorwaarden voor ontslag uit het ziekenhuis: zelfstandig kunnen lopen met loophulpmiddel en indien van toepassing traplopen; operatiewond is goed genezen; er is voldoende beweeglijkheid in de knie (90 graden buiging en volledige strekking in de knie); algemeen dagelijkse dingen in huis goed kunnen doen; inzicht heeft in het gebruik en de belastbaarheid
      • Het gebruik van een loophulpmiddel: lopen, drempels en opstapjes nemen. Zie onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'lopen'. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel voor u nodig is na de operatie
      • In huis doornemen: Kleedjes op gladde vloer weghalen. Handvat nodig in de wc en badkamer? Een toiletverhoging of verhoging van het bed (matras boven op eigen matras leggen) nodig? Zijn er hoge drempels: samen kijken hoe je met krukken eroverheen stapt. Een goede stoel (hoge zit, met armleuningen) aanwezig?
  • Ontspannen bovenbeen door
  • Lichamelijke verzorging
    • Douchen als de wond droog is.
    • Ga bij het wassen en aankleden op een stoel zitten
    • Zo nodig douchestoel lenen of aanschaffen. Zie bol.com: Douchestoel
    • Niet in bad in verband met het in- en uitstappen en het week worden van de wond
    • Vraag hulp bij wassen voeten en aan- en uittrekken van kousen en/of schoenen
    • Bij aankleden eerst geopereerde been in broekspijp steken.
    • Bij uitkleden eerst het gezonde been uit broekspijp halen.
    • Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen: lange schoenlepel, kousenaantrekker, ‘helping hand’ en schoenen met klittenband en/of elastische veters.
  • Wondverzorging
    • Dagelijks wond inspecteren op roodheid, zwelling en wondvocht.
    • Als wond droog is, hoeft er geen pleister meer op.
    • Bij wondlekkage dagelijks een schone pleister op de wond plakken.
    • Soms kunnen de huidhechtingen wat irritatie veroorzaken en kan de huid rondom de hechtingen wat rood zijn. Dit is geen reden tot ongerustheid.
    • Contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp als been dik wordt, tintelt, klopt, wit of blauw wordt en er binnen enkele uren na het hoog houden geen verbetering optreedt.
  • Liggen
    • Gebruik geen kussen onder de knie tijdens het slapen: de knie moet zoveel mogelijk gestrekt liggen
    • Pijn in de nacht komt de eerste weken na de operatie vaak voor. Zorg voor goede pijnstillers en doe oefeningen of loop even
    • Als zij lig mag evt kussen tussen knieen. Zie bol.com: Kussen tussen knieën
  • Zitten en staan
    • Zitten op hoge stoel (lage rug tegen rugleuning en voeten op de grond) met armleuningen 
    • Bij gaan zitten of staan geopereerde been naar voren zetten
    • Niet met de benen over elkaar zitten.
    • De eerste paar weken het been regelmatig hoog leggen om de zwelling te beperken. Gebruik zo nodig een tubigrip.
    • Laat de knie regelmatig “uithangen” tot 90 graden:  ga op eettafel zitten of in stoel met het geopereerde been over de leuning, laat de knie uithangen, zodat deze een buiging van 90 graden (eventueel van 100-110 graden) haalt. 
  • Lopen
    • De specialist bepaald hoeveel belast mag worden na de operatie: eea is afhankelijk van de toegepaste operatietechniek en de stevigheid van het bot
    • Meestal eerste 6 weken lopen met loophulpmiddel.Zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'lopen'. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel voor u geschikt is. Zie filmpje en onderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl. Zie bol.com: elleboogkrukken //  rollator  // looprekje
      • Hqdefault
    • Letten op afwikkelen voet en strekking van de knie van het aangedane been bij het lopen.
    • Vermijd een aantal bewegingen, zoals hurken en bukken.
    • Indien mogelijk mag in huis met één kruk lopen: De kruk aan de niet geopereerde zijde.
    • Voorkom overbelasting, loop niet te lange afstanden en sta niet te lang stil op één plek.
    • Voorkom uitglijden; haal losse kleden en snoeren weg en gebruik in de douche een antislipmat.
  • Traplopen
    • Naar boven: eerst het niet geopereerde been, dan het geopereerde been en de kruk op dezelfde trede zetten.
    • Naar beneden: eerst de kruk, dan het geopereerde been, daarna het andere
    • been ernaast zetten.
  • Autorijden
    • Tot goedkeuring van de orthopeed niet zelfstandig autorijden
    • Zet de auto een stukje van de stoep af en plaats de stoel zover mogelijk naar achteren.
    • Bij instappen, ga eerst zitten op de autostoel met de benen buiten de auto. Draai (eventueel op plastic zak) daarna de benen naar binnen. Zie bol.com: Draaikussen auto
  • Activiteiten
    • Bespreek samen met de fysiotherapeut welke sport/ activiteit voor u geschikt is:
    • Doe in de weken van botaanmaak (ongeveer 6 weken) en daarna oefeningen
    • Beweeg het been (heup / knie / voet) regelmatig (trombose en zwelling voorkomen). Bij veel spanning in de kuitspieren moet altijd een diep veneuze trombose worden uitgesloten
    • Zwemmen (liever geen schoolslag) en fietsen in overleg met de orthopeed of fysiotherapeut na 6 weken.
    • Liever meerdere keren per dag kort oefenen, dan één keer lang.
    • Wissel lopen, staan en zitten regelmatig af.
    • Geen zware dingen tillen.
    • Met een duotrainer kunt u de knie “los houden”. Een hometrainer kan gebruikt worden als 100 graden buiging mogelijk is
      • SAM 3818
    • Het duurt vaak lang (enkele maanden) voordat de gewrichten en de spieren grenzend aan de breuk het oude belastingsniveau weer bereikt hebben. 
    • Het is van belang na herstel bot, de belasting rustig op te bouwen! Signalen van te veel belasting: zwelling rond gewricht, gewricht voelt warm aan, spierpijn. 
    • Doornemen met fysiotherapeut: Doorstappen bij traplopen, trainen op- en afstapjes, bukken en tillen, fietsen op hometrainer          

Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn

SAM 3759

  • Punten die van belang zijn een standscorrectie operatie van de knie
    • Volg altijd instructies van de eigen fysiotherapeut
    • Losmaakoefeningen bij pijn en stijfheid
    • Rek-, kracht- en stabiliteitsoefeningen opbouwen na herstel operatie. Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen, zie bol.com: Oefenmat // gewicht om enkel // elastische banden

    SAM 2242 1

    De fysiotherapeut maakt een oefenprogramma van de oefeningen die voor u geschikt zijn

    1. Websites
      1. Wikipedia: osteotomie
    2. Onderbouwing  
      1. Orthopedie Herentals: osteotomie femur of tibia
      2. Anatomy Animated Tutorial: youtube filmpje, de knie 
      3. Orthopedie Janssen: revalidatie tibiakop osteotomie
      4. NtvG: Is tibiakoposteotomie nog steeds een goede optie? (2016). Nadat de HTO in de jaren 90 op de achtergrond raakte vanwege de succesvolle resultaten van de totale-knieprothese, is deze ingreep na de eerste opvlamming in 1960 nog steeds een succes. Uit gegevens van de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten blijkt dat het aantal primaire knieprotheses met een kwart is toegenomen in de periode 2010-2014 en dat het aantal revisies is verdubbeld; dit vormt naast een risico voor de patiënt ook een kostenpost voor de zorg. De HTO blijkt nog steeds een succesvolle, vertragende tussenoplossing en is vanwege het ziektemodificerende aspect een geschikte operatieve optie voor de jonge patiënt met artrose.

    Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is