Band: Binnenste knieband letsel

Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn. 
SAM 5531
  • Zie boven afbeelding voorzijde linker knie, in groen binnenste knieband

In het kort

  • De binnste knieband (zie video over kniegewricht op youtube)
    • Verbind het onderbeen met het bovenbeen (zie boven tekening)
    • Stabiliseert het kniegewricht
    • Voorkomt X stand knie
  • Letsel binnste knieband treedt vaak op in combinatie met letsels aan kraakbeen in knie, meniscus of andere banden in knie
  • Er kan sprake zijn van een oprekking of gedeeltelijke inscheuring 
  • Kan ontstaan door trauma: b.v trap tegen binnenzijde onderbeen of bij verdraaiing knie
  • Er kan sprake zijn van pijn, zwelling en instabiliteit 
  • Advies bij vermoedelijk letsel: binnen 1-2 weken via huisarts naar orthopeed
  • Herstel duurt van enige maanden tot langer dan 1 jaar.
  • De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan herstel

  • Andere benaming: mediaal kniebandletsel
  • Anatomie
    • In het kniegewricht komen twee botten (bovenbeen en onderbeen) bij elkaar. Tussen deze 2 botten zitten twee halve ringen van kraakbeen: de menisci. Om de uiteinden van de botten ligt het gewrichtskraakbeen en rond het gewricht zit gewrichtskapsel met daarbinnen gewrichtsvocht. Langs het kniegewricht lopen bandjes en pezen van spieren. Binnen in het gewricht lopen de kruisbanden. De binnenste knieband bevind zich aan de binnenzijde van de knie en verbind de zijkant van het bot van het bovenbeen met de zijkant van het bot van het onderbeen.
    • Functie van binnenste knie gewrichtsband
      • Voorkomen dat de knie in een X stand komt te staan
      • Stabiliseren en verstevigen van het gewricht
    • Zie website 'zorg voor beweging': animatie filmpje met uitleg over het kniegewricht.
    • Zie google afbeeldingen: binnenste knieband. Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
    • Zie 'anatomie' op deze site
  • Binnenste knie band kan verrekken, inscheuren of afscheuren (gebeurd zelden).  Indeling in ernst van het letsel
    • Graad 1: Geen instabiliteit aantoonbaar bij op rek brengen binnenste knieband, beperking en pijn van de maximale buig- of strekbeweging, verstoord looppatroon
    • Graad 2: Instabiliteit en pijn bij op rek brengen binnenste knieband bij knie in 20-30°
    • Graad 3: Instabiliteit zonder eindweerstand en pijn bij op rek brengen binnenste knieband, speling bij volledige kniestrekking 
  • Advies is om bij verdenking binnenste kniebandletsel binnen 1 weken (!!) een afspraak te hebben bij de orthopeed (via huisarts). Zie aanvullende informatie 2.9
  • De binnenste knieband kan in combinatie met een meniscus (meestal buitenste) en/of een kruisband en/of kraakbeen beschadigd raken. Zie ook het onderwerp 'trauma knie' op deze site
  • Herstel van een knieband letsel duurt van enige maanden tot langer dan 1 jaar. Eea is afhankelijk van de situatue van de knie voor de blessure (was er sprake van slijtage?), de ernst van de blessure en of andere structuren (meniscus, kraakbeen, kapsel) erbij betrokken zijn.

Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u van belang is

  • Trauma waarbij er draaiing van de knie naar binnen plaatsvindt
  • Klap/ trap tegen binnenzijde onderbeen of tegen de buitenzijde van de knie

Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door

  • Pijn 
    • Bij belasten
    • Bij druk op aanhechting (boven kniespleet: aanhechting band) binnenste knieband
    • Bij hurken
    • Bij op rek brengen band: rug lig en been in ’X been’ richting brengen
    • In nacht: 
      • Beenspieren ontspannen waardoor de stabiliteit van de knie volledig is aangewezen op de banden (bijvoorbeeld in zijlig op niet aangedane zijde: been kan naar beneden uithangen waardoor trek op aangedane band ontstaat)
      • Zijlig; als de knieën op elkaar liggen geeft dit mechanische druk op de plaats van het letsel
  • Zwelling binnenzijde knie
  • Instabiliteit / een gevoel van 'erdoorheen zakken' (bv bij trap af lopen)
  • Volledig buigen en/ of strekken is niet mogelijk

Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door

  • Fysiotherapeut
    • De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder.
  • Huisarts
    • Medicatie: pijndempen
    • Doorverwijzen: fysiotherapie / orthopeed als klachten aanwezig blijven ondanks de adviezen en oefeningen
      • Beleid verschilt tav een kruisbandletsel
        • Richtlijn huisartsen (NHG): Een afwachtend beleid bij een vermoedelijk bandletsel is het beste in de eerste weken na de blessure (zie aanvullende informatie 1.1 en 2.8)
        • Richtlijn fysiotherapie (KNGF): Binnen 1 week naar huisarts bij een vermoedelijk bandletsel en via huisarts naar orthopeed (zie aanvullende informatie 2.9)
  • Specialist, orthopeed, voor
    • Onderzoek: MRI, artrogram of  kijkoperatie, , zie ook startpuntradiologie.nl: knie
    • Gewrichtsondersteuning: Brace bij graad 2 en 3
    • Operatie: eventueel bij chronische klachten tgv bandletsel. Zie aanvullende informatie 2.1
      • Zie website's
    • Kniechirurgie: anatomie knie / gecombineerde bandenletsels

Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling

  • Algemeen
    • Volg altijd het protocol van de eigen specialist. Zie website RPA Janssen, orthopedisch chirurg-traumatoloog:  Mogelijk protocol bij Voorste Kruisband en Collateraal bandletsels van de knie
      • Binnen 2 weken moet gestart worden met deze richtlijn! 
      • Aangemeten brace door orthopeed, met 'full range of motion' die 24 uur per dag gedragen wordt (dus ook niet af ivm douchen!) gedurende 6 weken. Ipv een brace kan ook gekozen worden voor gips. 
      • Lopen met 2 elleboogkrukken
      • Lopen op geleide pijn
      • Na 6 weken langzaam weer opbouwen belasting
    • Bij ernstig letsel en veel pijn: Gebruik loophulpmiddel en/of  knie brace. Zie onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'lopen' en 'ondersteuning'. Zo nodig (of tijdelijk) loophulpmiddel gebruiken. Zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij loophulpmiddellen. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel voor u geschikt is. Zie filmpje en onderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl. Zie bol.com: elleboogkrukken //  rollator  // looprekje
      • Hqdefault
    • Maak bij het traplopen een aansluitpas 
    • Voorkom lang staan
    • Zo mogelijk slapen op rug: zij lig geeft of druk, of trekpijn (aangedane been boven). 
    • Voorkom over strekking in de knie bij staan en lopen
    • Bij het in en uit de auto stappen  over de zitting draaien en met handen steun zoeken 
  • Ontspannen / pijn verminderen

  • Als pijn minder wordt
    • Wandelen, eerst met krukken en daarna zonder
    • Fietsen of hometrainer: als 100 graden buiging mogelijk is 
    • Zwemmen. Geen schoolslag ivm trek op binnenste band
  • Bij gips of spalk of brace
    • Graad 1: 1 week bovenbeengipsspalk en daarna belasting opbouwen op geleide van de pijn.
    • Graad 2 en 3: 1 week bovenbeengipsspalk gevolgd door 3 weken brace en daarna belasting opbouwen op geleide van de pijn.
  • Bij operatie (zelden nodig)
    • 1 week bovenbeen gipsspalk gevolgd door 3 weken brace en daarna belasting opbouwen op geleide van de pijn.
    • In periode gebruik brace: De knie niet overstrekken (een maximale strekking van 0 graden is toegestaan) en niet verder buigen dan 90 graden. Als deze hoeken overschreden worden komt er rek op de band! Het is belangrijk dat de band tot rust komt en er geen stress op de binnenste knieband komt.
  • Bewegen, werken, sporten

      • Niet met medicatie sporten of zwaar werk doen
      • Als de eigen sport niet meer uitgeoefend kan worden, zoek dan naar alternatieven. Bespreek samen met de fysiotherapeut welke sport/ activiteit voor u geschikt is:
      • Probeer in plaats van te lopen meer te fietsen. Een snorfiets of een fiets met een lage instap is ideaal voor mensen met knieklachten.
      • Maak zo nodig gebruik van een brace: bespreken met de fysiotherapeut. Zie bol.com: brace knie.
      • Zorg voor goede warming up en cooling down
      • Lange afstanden liever met fiets afleggen ipv wandelen
      • Wandelen: liever vaak en korte afstanden dan 1 maal een lange afstand 
      • Fietsen / hometrainer is een goede activiteit bij kraakbeenletsels in de benen
      • Bij fitness: Trainen zonder of met beperkte gewichten 
      • Terugkeer naar sport bij voldoen aan volgende voorwaarden:
        • Volledig kunnen buigen en strekken in knie
        • Normale quadriceps kracht
        • Geen instabiliteit of doorzakgevoel
        • Geen angst voor nieuw letsel.

Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn

SAM 3820

  • Punten die van belang zijn bij een voorste kruisbandoperatie
    • Volg altijd instructies van de eigen specialist en fysiotherapeut
    • Voor mogelijk protocol, zie 'Voorste Kruisband en Collateraal bandletsels van de knie'
    • Oefenen op geleide van de pijn. Eventuele pijn bespreken met de fysiotherapeut.
    • Aandachtspunten bij het oefenen de eerste 6 weken:
      • Been niet naar binnen bewegen: geeft trek band binnenzijde knie
      • Voorkom overstrekking in de knie tijdens het oefenen 
      • Knie niet geforceerd buigen 
      • Krachttraining door veel herhalingen en een lage belasting
      • Gesloten-ketenoefeningen (van 0°-60°buiging) zijn veiliger en effectiever. Voorbeelden gesloten ketenoefeningen zijn de ‘leg press’, de ‘squat’ en de ‘step-up’
    • Voortgang evalueren dmv zgn 'stoplichten'. Naar volgende fase in revalidatie bij voldoen aan specifieke criteria (bepaald de fysiotherapeut!): vocht in knie, beweeglijkheid knie, pijn, controle quadriceps, looppatroon. Zie ook aanvullende informatie: 2.13
    • Losmaakoefeningen bij pijn en stijfheid
    • Krachtoefeningen bovenbeenspieren (dus ook de niet aangedane zijde!), de romp (core stability)
    • Stabiliteitsoefeningen (balans en coordinatie)
    • Kracht- en uithoudingsvermogen: Hometrainer, crosstrainer, looptraining
    • Als het mogelijk is functioneel oefenen/trainen ( = traplopen, opstaan en gaan zitten, wandelen, hometrainer, tuinieren, fietsen, stofzuigen
    • Sportspecifieke oefeningen
    • De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
    • Voor extra oefeningen
    • Voor mogelijk trainingsschema bij deze klacht, zie het onderwerp  'trainen' op deze site. Neem met de fysiotherapeut door welke training bij uw klacht aansluit

    SAM 2242 1

    De fysiotherapeut maakt een oefenprogramma van de oefeningen die voor u geschikt zijn

    1. Websites
      1. Zie ook op deze site de onderwerpen: knietrauma / hulpmiddelen / instabiliteit knie
    2. Onderbouwing  
      1. Boek: Onderzoek en behandeling van de knie, H2 (Mediaal bandletsel) en 2a (open ketenoefeningen versus gesloten ketenoefeningen), Koos van Nugteren
      2. Google scholar: binnenste kniebandletsel
      3. Fysiostart: diagnostische testen knie
      4. NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (2010)
        1. Voor het beleid zijn het klachtenbeloop en de functiebeperkingen van de knie van grotere waarde dan bevindingen van lichamelijk onderzoek.
        2. De meerwaarde van door de huisarts aangevraagd MRI-onderzoek is niet aangetoond.

          Indicaties voor directe verwijzing zijn: een vermoedelijke kniefractuur, een slotstand en een patellaluxatie met ernstige klachten.

        3. Leg uit dat bij een (vermoedelijk) kruisband-, meniscus-, of collateralebandletsel de klachten in de meeste gevallen in de loop van drie maanden kunnen verminderen of verdwijnen.
        4. Er is, met uitzondering van een slotstand, in de acute fase bij bovengenoemde letsels geen indicatie voor een verwijzing naar een orthopedisch chirurg omdat dit het beleid in de eerste weken niet beïnvloedt.
        5. Adviseer bij veel pijn rust en laat de patiënt in de eerste dagen, afhankelijk van de ernst van de klachten bij het lopen, elleboogskrukken gebruiken.
        6. De knie mag, zodra de pijn dat toelaat, worden belast en worden gestrekt en gebogen. Adviseer de belasting op te voeren (bijvoorbeeld door te fietsen of te wandelen) als de pijn en zwelling zijn afgenomen.
        7. Adviseer ter voorkoming van spieratrofie de musculus quadriceps regelmatig aan te spannen. Als voorbeeld van een quadricepsoefening kan de huisarts de volgende instructie geven: houd in zittende houding het been gedurende tien seconden gestrekt boven de grond. Herhaal dit tien maal achter elkaar met pauzes van tien seconden en doe deze oefening drie tot vier maal per dag.27)
        8. Adviseer bij een distorsie, contusie of (gereponeerde) patellaluxatie (zonder vermoeden van intra-articulair letsel) de knie op geleide van de pijn zo normaal mogelijk te gaan belasten.
      5. KNGF evidence statement: acuut knieletsel
        1. De werkgroep adviseert om bij patienten met acuut knieletsel diagnostische en evaluatieve klinimetrie uit te voeren zoals in tabel 4 (en bijbehorende noten) staat beschreven. De werkgroep is van mening dat diagnostische tests altijd kunnen worden uitgevoerd tijdens het eerste patiëntcontact, ondanks verminderde betrouwbaarheid gedurende de eerste dagen na het trauma. Uitgestelde diagnostiek of hertesten na afname van zwelling en pijn is noodzakelijk om de conclusie en de daaraan verbonden consequenties te verifiëren, dan wel bij te stellen (Henry et al., 1991; Rossi et al., 2011).

        2. Vermoeden van VKB-letsel: De werkgroep is van mening dat het, bij een vermoeden van VKB-letsel, noodzakelijk is om de patiënt na het acute letsel door te verwijzen naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing naar de tweede lijn om deze diagnose te bevestigen, waarbij tegelijkertijd een fysiotherapeutische behandeling gestart kan worden. Bij blijvende functionele instabiliteit ondanks de fysiotherapeutische behandeling, dient de patiënt doorverwezen te worden naar de huisarts voor mogelijk operatief ingrijpen.

        3. Letsel van het LCL en/of PLC (postero laterale complex)(graad B, C en D): De werkgroep is van mening dat het bij letsel van het LCL en/of PLC (graad B, C en D) noodzakelijk is om de patiënt binnen één week na het acute letsel te verwijzen naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor gipsbehandeling of strekbrace.

        4. Letsel van het sMCL en/of het PMC (postero nediale complex) (graad B, C en D): De werkgroep is van mening dat het bij letsel van het sMCL en/of het PMC (graad B, C en D) noodzakelijk is de patiënt binnen één week na het acute knieletsel te verwijzen naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor het aanmeten van een brace.

        5. Letsel van het LCL (laterale coll. band) en/of PLC (postero laterale complex) (graad B, C en D): De werkgroep is van mening dat het bij letsel van het sMCL en/of het PMC (graad B, C en D) noodzakelijk is de patiënt binnen één week na het acute knieletsel te verwijzen naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor het aanmeten van een brace.

        6. Meniscusletsel: De werkgroep is van mening dat bij een meniscusletsel oefentherapie de behandeling van eerste keuze is. Bij onvoldoende resultaat van de fysiotherapeutische behandeling dient de patiënt verwezen te worden naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor operatief ingrijpen.

        7. Kraakbeenletsel: De werkgroep is van mening dat een kraakbeenletsel zeer moeilijk te diagnosticeren is; vaak lijkt de aandoening
          op een meniscusletsel. Bij een verdenking op kraakbeenletsel is oefentherapie de behandeling van eerste keuze. Bij onvoldoende resultaat van de fysiotherapeutische behandeling dient de patiënt verwezen te worden naar de huisarts voor mogelijke doorverwijzing voor operatief ingrijpen.

      6. Onderzoek / meetinstrumenten
        1. Ganganalyse Nijmegen
        2. Fysiostart: diagnostische testen knie
        3. Knee resource: Posterior cruciate ligament
        4.  Physiotutors:
          1. Test bij verdenking achterste kruisbandletsel
          2. Basis knieonderzoek
          3. Knieonderzoek
          4. Loopcyclus & loopanalyse
        5. Functionele prestatie van de onderste extremiteit kan worden vastgelegd middels verschillende testen (o.a. figure-of-8-hoptest, sidehoptest, single-leg triple hoptest), waarbij de single-leg triple hoptest (SLTH) het meest bruikbare instrument is
      7. NtvG:
        1. Een voetballer met een evident knietrauma (2017). Diagnose: Tibiale totaalruptuur van het oppervlakkige mediale collaterale ligament

          In onze sportkliniek zagen wij een 22-jarige man 3 dagen na een voetbaltrauma. Toen hij de bal met zijn rechter been wilde schieten werd de bal geblokkeerd, waarna hij kortstondig veel pijn had aan de binnenzijde van de rechter knie en een instabiel gevoel. Bij lichamelijk onderzoek had hij een vrijwel ongestoord looppatroon en was er nauwelijks hydrops van de knie. Bij valgusstress van de rechter knie was er bij 20° flexie sprake van instabiliteit graad 3 van het oppervlakkige mediale collaterale ligament (sMCL), zonder weerstand of rekpijn; bij 0° flexie was de posteromediale hoek stabiel. Op de MRI-scan zagen we een tibiale totaalruptuur van het sMCL met retractie tot over de pes anserinus (figuur). We verrichtten een reconstructie van het sMCL. Patiënt herstelde postoperatief goed en kon na 5 maanden het voetballen hervatten. In de acute fase kunnen bij een totaalruptuur de collaterale banden vrijwel altijd betrouwbaar worden getest, in tegenstelling tot de kruisbanden. Bij verdenking op een totaalruptuur van het sMCL dient het type letsel geobjectiveerd te worden met MRI. De witte raaf is de tibiale ruptuur van het sMCL. Dit is vaak een indicatie voor operatie, die de beste resultaten geeft wanneer ze binnen 2 weken na het trauma wordt uitgevoerd.

        2. Betekenis van anamnese en lichamelijk onderzoek voor het vaststellen van mediaal collateralebandletsel van de knie in de huisartsenpraktijk (2019). De huisarts kan met anamnese en lichamelijk onderzoek mediaal collateralebandletsel zo goed als uitsluiten. De aanwezigheid van dit letsel kan de huisarts echter maar met maximaal 63% zekerheid vaststellen.

    Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u van belang is