Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding: voorzijde linker bekkenhelft en bovenste deel linker bovenbeen, in bruin peesplaat en in rood irritatiegebied.
In het kort
Andere benaming: Trochantair pijnsyndroom
Pijn zit aan buitenzijde been thv heup, soms uitstraling naar boven (bil en lage rug) of naar onderen (bovenbeen en knie). Zie boven afbeelding
Druk van de peesplaat op de onderliggende structuren (o.a slijmbeurs, vetweefsel, pezen) door b.v overbelasting (werk, sport), leeftijd (artrose), overgewicht
Komt meer voor bij vrouwen
U kan klachten hebben bij lang staan, wandelen, duursporten en bij liggen op aangedane zijde
Voorkom overbelasting, maar probeer dagelijkse activiteiten binnen mogelijkheden te blijven doen
Gaat meestal vanzelf over. Postief bij herstel kunnen zijn: Medicatie, injectie (meestal kortdurend effect), afvallen, kracht- en rek oefeningen bovenbeenspieren
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan herstel
Zie videovan de huisarts op de website 'thuisarts.nl' (zie ook onder bij 'behandelaars - huisarts')
Zie video van de fysiotherapeut (= samenvatting van onderstaande)
Andere benaming: Illio tibiaal frictiesyndroom thv de heup of trochantair pijnsyndroom of illio tibiaal band syndroom (ITBS) thv de heup of gluteus maximus syndroom of gluteal tendinopathy
Anatomie
De peesplaat (tractus illiotibialis) aan de buitenzijde van het bovenbeen, loopt van de buitenzijde van het bekken over de heup en knie, en hecht net onder de knie aan. Deze peesplaat wordt aangespannen door de tensor fascia latae spier en de gluteus maximusspier. Thv de buitenzijde van het bovenbeen lopen ook de gluteus mediusspier en minimusspier en de vastus lateralisspier (deel quadriceps). Ook zit er een slijmbeurs.
Zie google afbeeldingen: Trochantor major pijnsyndroom. Bespreek met de fysiotherapeut welke afbeeldingen voor u zinvol zijn.
Bij het trochantor major pijnsyndroom ontstaat irritatie door druk (dus niet schuiven en geen frictie) van de peesplaat thv de heup (trochantor major) met de onderliggende structuren (vetweefsel, slijmbeurs, pezen van spieren).
Lage rugklachten of heup gewrichtsklachten kunnen ook pijn veroorzaken thv buitenzijde heup, dus zo nodig onderzoeken!
Komt meer voor bij vrouwen
Door onbekendheid met deze aandoening wordt deze soms als slijmbeursontsteking gediagnostiseerd. Deze slijmbeursontsteking moet echter worden beschouwd als een reactie van druk door de peesplaat op de onderliggende structuren (zie aanvullende informatie 2.6)
Het illio tibiaal frictiesyndroom thv de heup gaat meestal vanzelf over.
Inzicht in de klacht is van belang omdat de klachten lang kunnen aanhouden (van een paar maanden tot een paar jaar)
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie zinvol is
Overbelasting: werk / sport: wielrennen, hardlopen, wandelen (bewegingen knie rond 30 graden)
Slechte trainingsopbouw: te snel te intensief met sporten beginnen
Kwaliteitsvermindering (tendinose) pees (zie aanvullende informatie 2.6), wat kan ontstaan door
Leeftijd: ouder worden
Overbelasting: werk / sport
Onderbelasting: periode gips
Medicijnen: corticosteroïden
Onderliggende aandoening: reuma, osteoporose
Doorgemaakt trauma: verzwikking of botbreuk
Verkalking rond pees (hoeft niet altijd klachten te geven!)
Zwangerschap
Overgewicht
Afwijkend bewegingspatroon
Lopen met naar binnen gedraaide knie
Slecht/ verkeerd schoeisel: te veel doorzakken binnenzijde voet (zogenaamde overpronatie)
Anatomische variatie: bijvoorbeeld platvoeten of beenlengte verschil
Als sprake is van eerdere beenblessure, meer kans op ITFS
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Pijn rondom heup en/of buitenzijde bovenbeen tot de knie en/of bil en/of lage rug
Bij druk rond heup (bijvoorbeeld op aangedane zijde liggen tijdens slapen)
Bij belasten aangedane zijde (bijvoorbeeld lopen, staan)
Bij weerstand been naar buiten
Bij rekken peesblad
Pijn vnl gerelateerd aan inspanning: pijn verdwijnt meestal na het stoppen van de activiteit
Knappend gevoel/ geluid ter hoogte van de heup bij buiging of strekking van de heup (outer snapping hip). Bij alleen een knap (zonder pijn) is geen behandeling nodig
Verzwakking spieren die been naar buiten bewegen (afvoerders been: gluteusspieren)
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 2 - 4 behandelingen voldoende. Tijd is de belangrijkste factor bij herstel van de aangedane structuren. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
Eerste behandeling: Diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en eerste adviezen oefeningen
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog 2 (of meer: e.e.a afhankelijk van herstel) behandelingen plannen
Onderzoek is lastig: Testen zijn niet sluitend. Zie aanvullende informatie 2.4.3
Fricties: niet zinvol. Zie aanvullende informatie 2.16.6.1
Er is zwak bewijs voor het effect van oefentherapie bij patiënten met ITBS. Zie aanvullende informatie 2.4.10
Medicatie: verminderen pijn dmv paracetamol of als dat onvoldoende helpt een NSAID (in overleg met huisarts !). Meestal kortdurend effect. Zie ook aanvullende informatie: 2.4.5
Injectie: corticosteroid en lidocaine. Niet te vaak omdat dan de pezen kunnen verzwakken. Meestal kortdurend effect. Zie ook aanvullende informatie 2.4.6 en 2.5
Doorverwijzen: onderzoek (eventueel röntgen of echo) / fysiotherapeut / orthopeed als klachten ondanks de adviezen en oefeningen aanhouden
Specialist, orthopeed
Onderzoek: eventueel echo of MRI doen. Lijkt niet echt zinvol. Ook bij geen klachten kan er iets op MRI te zien zijn. Zie ook aanvullende informatie:2.4.4. Zie website 'startpuntradiologie': Heup
Injectie: zie boven bij huisarts
Operatie, als andere behandelingen na ongeveer 6 maanden geen effect sorteren: opening maken in peesblad. Is zelden nodig en is niet altijd succesvol. (zie aanvullende informatie 2.4.9)
Podoloog:
Beenlengteverschillen corrigeren als deze ontstaan zijn door een eerder opgelopen botfractuur in een been. Weinig bewijs voor effect, zie ook aanvullende informatie 2.4.8. Eventueel uitproberen, bij geen effect stoppen.
Platvoet corrigeren, eventueel doen. Echter geen duidelijk bewijs effect. Zie ook aanvullende informatie 2.4.8 en 2.6.2.4
Dietist: hulp bij afvallen
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Zorg voor goede schoenen, bij beenlengte verschil eventueel hakverhoging en / zooltje binnenzijde voet (antipronatiezool). Zie ook aanvullende informatie 2.4.8 en 2.6.2.4. Zie bol.com: zooltjes voor hakverhoging
Bij veel klachten (tijdelijk) loophulpmiddel gebruiken, zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij 'lopen'. Zie bol.com: elleboogkrukken // rollator // looprekje. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel voor u geschikt is. Ziefilmpje en onderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl.
Ontspannen / pijnverminderen spier en peesblad buitenzijde bovenbeen door
Losmaak oefeningen en rekoefeningen (vaak en kort doen). Zie verder
Bij veel pijn: ijspakking (tien minuten, minstens twintig minuten tussen elke behandeling, zakdoek tussen pakking en huid) of massage met ijsklontjes (in plastic zak) op pijnpunt.Zie bol.com: hot/coldpack
Bespreek samen met de fysiotherapeut welke sport/ activiteit voor u geschikt is: duurtraining (wandelen, fietsen, zwemmen) en/of intervaltraining (bijvoorbeeld inspanningsblokjes van 5 minuten) en/of krachttraining.
Aanpassen training: Sporten mag geen pijnklachten geven
Als de eigen sport klachten geeft, zoeken naar alternatieve training (bijvoorbeeld zwemmen, schaatsen, of een krachtprogramma). Vervolgens kan op geleide van pijn worden opgebouwd.
Zie ook video's op website 'physiotec', aquatherapie.
Niet met medicatie / pijndempers sporten of belastend werk doen
Onderzoeken sportmateriaal, sportomstandigheden, trainingsbelasting (frequentie, duur en intensiteit aanpassen, stoppen is vaak niet nodig) en techniek.
Zorg bij fietsen voor een goede afstelling van het zadel ten opzichte van de pedalen.
Een goede warming-up en cooling-down (rustig starten met de sport die u gaat doen en rustig eindigen). Doe eventueel rekoefeningen
Wandelen en hardlopen
Kleine stapje nemen, dus stapfrequentie omhoog. Zie aanvullende informatie 2.16.6.8
Let op techniek lopen: voorkom 'doorzakken heup' en 'naar binnen draaien knie'.
Bij weer starten met hardlopen na blessure beginnen met kleine pasjes: minder kans op overbelasting: minder belasting knieen en minder doorzakken heupen
Zorg voor een gevarieerd parcours. Bij klachten minder op asfald lopen
Bij bolling van het wegdek op het midden van de weg lopen
Sportschoenen: laat u goed informeren bij sportzaak of hardloopwinkel. Zie bol.com: Hardloopschoenen
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht (zie aanvullende informatie 2.1 en 2.6 en 2.7)
Omvang spieren bovenbeen (strekkers knie en afvoerders bovenbeen) vergroten zodat peesblad iets af komt te liggen van irritatie gebied (zie aanvullende informatie 2.7)
Stabiliteitsoefeningen: Spieren rond heup en eventueel rompstabiliteit (core stability)
Als het mogelijk is functioneel oefenen/trainen ( = traplopen, opstaan en gaan zitten, wandelen, hometrainer, tuinieren, fietsen, stofzuigen, sport doornemen die gedaan wordt 'droog oefenen' zoals bijvoorbeeld tennis bewegingen met racket doornemen in oefenzaal) omdat dit aansluit bij het normale gebruik spieren en gewrichten
Als ook sprake is van lage rugklachten of heupgewrichtsklachten, zie die oefeningen bij die klachtenbeelden
Sport/werk specifieke training
Meeste van de onderstaande oefeningen komen van de website 'rehab my patient', tenzij anders vermeld
Losmaakoefeningen / in ruglig of zijlig of zit of stand
Kracht- en stabiliteitsoefeningen / in ruglig of zijlig of zit of stand / krachtoefeningen zo mogelijk verzwaren met elastische band of gewicht manchet om enkel of gewicht op rug
Ruglig, knieen gebogen en voeten op onderlaag: Bruggetje maken
Dribbelen op plek: bijvoorbeeld 10 maal 20 seconden
Korte stukken rennen met kleine passen: bijvoorbeeld 10 maal 40 meter
Versnellen voorwaarts/achterwaarts: bijvoorbeeld 10 maal 10 meter
Hardlopen op snelheid: bijvoorbeeld 6 maal 20 meter en daarna 4 maal 40 meter en daarna 2 maal 60 meter
Deelnemen aan eigen training bij afwezigheid pijn
Sport/werk specifieke training
Sport/ werk specifiek oefenprogramma maken: opbouwen in snelheid bewegingen en in zwaarte.
Oefenprogramma van fysiotherapeut ondersteunen met enkele keren in de week trainen (bijvoorbeeld in een fitnesscentrum of joggen)
Juiste techniek sport of werk doornemen met de sporttrainer of fysiotherapeut. De techniek moet erop gericht zijn de uiterste grens van de belastbaarheid te vermijden. In sommige gevallen kan dit ten koste gaan van de geleverde prestatie
Sport: Techniek van sport die gedaan wordt. Bijvoorbeeld looptechniek bij joggen
Werk: Bijvoorbeeld tiltechniek (buigen in heupen en knieën / in- en uit vrachtwagen stappen)
Mogelijk opbouw
Het ‘droog’ trainen van activiteit: eerst voorzichtig in ‘slow motion’ en later, als het goed gaat, sneller. De uitvoering mag geen pijn doen.
Uiteindelijk meer sportspecifiek (of werkspecifiek) trainen. Men mag daarbij pas voluit gaan als men zonder enig probleem een tijdje rustig de betreffende activiteit/beweging kan doen. Heel geleidelijk de belasting op te voeren
ITBS wordt gekenmerkt door inspanningsgebonden pijn ter hoogte van de laterale femurepicondyl met herkenbare palpatiepijn bij klinisch onderzoek
Bij ITBS lijkt er een inflammatoir proces aanwezig in het weefsel onder de ITB. Waarschijnlijk betreft dit vetweefsel maar gezien de verschillende bevindingen is het niet uitgesloten dat er ook een wisselende anatomie is tussen individuen.
Er bestaat geen gouden standaard voor de diagnose ITBS en er is gebrek aan bewijs over de diagnostische waarde (sensitiviteit, specificiteit, positief en negatief voorspellende waarden) van de verschillende in de praktijk gebruikte lichamelijke testen (test van Noble, Renne, Thomas en Ober).
De werkgroep is van mening dat het niet zinvol is om bij een duidelijk klinisch beeld aanvullende diagnostiek te verrichten. De werkgroep is van mening dat bij twijfel of vermoeden op additionele pathologie een echografisch onderzoek of eventueel een MRI-scan zou kunnen worden overwogen.
De mening van de werkgroep is dat NSAIDs gegeven kunnen worden bij ITBS, om korte termijn verlichting van pijnklachten te realiseren.
Een corticosteroïdeninjectie kan gegeven worden, maar gezien de risico’s is het niet aan te bevelen om dit als eerste behandeling te gebruiken.
De werkgroep is van mening dat het van belang is om bij patiënten met ITBS advies te geven overaanpassing van de trainingsopbouw: • Sporten mag in deze fase geen pijnklachten geven of andere inflammatoire symptomen • Alternatieve training, bijvoorbeeld zwemmen, schaatsen, of een krachtprogramma, wordt aanbevolen. Vervolgens kan op geleide van pijn worden opgebouwd, binnen de te verwachten tijdslijn.
De werkgroep heeft geconstateerd dat er geen onderbouwing is voor een aanbeveling over schoeisel of inlegzooltjes.
Bij patiënten met ITBS kan een operatieve decompressie worden overwogen na een falend conservatief beleid van minimaal 6 maanden. In de literatuur is hiervoor slechts geringe onderbouwing gevonden. De patiënt dient hier duidelijk over te worden geïnformeerd
Er is zwak bewijs voor het effect van oefentherapie bij patiënten met ITBS..
Wat is het effect van locale infiltraties met corticosteroïden versus gewone zorg op herstel en pijn van het trochanter major pijnsyndroom bij eerstelijnspatiënten? Conclusie: Het effect op pijnreductie is niet relevant. Op lange termijn: geen bewezen nut
Boek: Onderzoek en behandeling van de heup H6a (Addendum tendinose van heupabductoren als oorzaak van het trochanter major pijnsyndroom), Koos van Nugteren
Samenvatting: Laterale heuppijn
Symptomen
symptoom van Trendelenburg* of Duchenne** ,
drukpijn op de trochanter major,
Uit oz kan komen
Mri-opname kan de aandoening wel in beeld brengen: Echter tendinose ook geheel symptoomloos voorkomen!
Tendinose van heupabductoren
Partiële rupturen
Soms calcificatie in de gedegenereerde pezen.
Evt bursitis is reactie op de pathologie van de heupabductoren.
Onderzoek van de lumbale wervelkolom en het heupgewricht is van groot belang: laterale heuppijn kan ook daardoor veroorzaakt worden
Conservatief-therapeutische mogelijkheden:
Medicatie
Gebruik bij veel klachten een loophulpmiddel
één of slechts enkele corticosteroïdeninjecties in het getroffen gebied
Eventueel een hakverhoging onder het aangedane been.
Als conservatieve behandelingen niet helpen, evt operatieve behandeling: reductie-osteotomie van de trochanter major, de frictie van de tractus iliotibialis over het prominerende deel van de trochanter major.
Boek, onderzoek en behandeling van sportblessures van de onderste extremiteit, H7. Laterale bekken- en bovenbeenpijn links bij een 43-jarige vrouw, optredend tijdens hardlopen, koos van Nugteren (2012)
Samenvatting: Een sportieve 43-jarige vrouw had de gewoonte drie keer per week te gaan joggen.
Men vermoedde dat een rugprobleem de oorzaak was; de behandelingen waren dan ook vooral gericht op rompstabiliteit (core stability).
Relatieve rust: pijnprovocerende activiteiten voorkomen. Krachttraining kan wel gedaan worden
Het doel van oefeningen voor de quadriceps en abductoren is omvangvermeerdering van de onder de tractus gelegen musculatuur zodat de tractus meer naar lateraal komt te liggen, weg van de trochanter en de femurepicondyl
Bij hardlopen
Geleidelijk de hardlooptraining weer opbouwen na periode rust. Hierbij moet men letten op de looptechniek: voorkomen doorzakken door de heup, voorkomen naar binnen draaien knie %2B heup
Bij klachten links aan rechter kant weg lopen
Anti pronatie zooltje in schoen (niet te hoog)
Beenlengteverschillen corrigeren als deze ontstaan zijn door een eerder opgelopen botfractuur in een been.
Drukpijn op de trochanter major bij aangedane zijde (andere zijde is niet drukpijnlijk)
Vragenlijst: Lower Extremity Functional Scale (LEFS) en Classificatie van Lindenberg
Provocatietesten: Noble compressietest / Test van Renne / Obertest / Modified Thomas Test / kracht heup-abductoren en de diepe exorotatoren van de heup / Naviculaire Drop Test / Stepdown Test / Loopanalyse
Trochantair pijnsyndroom: injectie of fysiotherapie? (2018). Voor patiënten met het trochantair pijnsyndroom geniet verwijzing naar een fysiotherapeut voor een specifiek oefenprogramma de voorkeur. Indien dit onvoldoende effect heeft of als patiënten hier niet voor kiezen, kan een glucocorticoïdinjectie overwogen worden.
Zie boek 'onderzoek en behandeling van peesaandoeningen, Koos van Nugteren en Dos Winkel' , 2006, blz 55 en 56)
Uit onderzoek komen positieve resultaten t.a.v excentrische oefeningen bij achillespeesklachten, patella peesklachten en extensor carpi radialis brevis (ECRB) peesklachten. Voor andere peesklachten is het advies om excentrische oefeningen te doen, ondanks het feit dat daar geen onderzoeksresultaten voor zijn.
CONCLUSION: Lack of treatment effect was found with the addition of an exercise program to a comprehensive education on GTPS management. The improved outcomes of the responders in the GLoBE group indicate that there may be a subgroup of patients with a GTPS diagnosis that benefit from a GLoBE intervention program.
Conclusions For gluteal tendinopathy, education plus exercise and corticosteroid injection use resulted in higher rates of patient reported global improvement and lower pain intensity than no treatment at eight weeks. Education plus exercise performed better than corticosteroid injection use. At 52 week follow-up, education plus exercise led to better global improvement than corticosteroid injection use, but no difference in pain intensity. These results support EDX as an effective management approach for gluteal tendinopathy.
Frictie is niet zinvol (nl geen sprake van tendinitis)
Rekken tensor: de iliotibiale band komt niet op rek, maar meer de myogenenstructuren / foamrol:vnl hoog rolen, 2 x p / d, 3 - 5 setjes à 10 - 15 sec. rollen met sp = 20 sec.
Dry needling: evt proberen
Zooltjes anti pronatie (artikel van mcKeon 2015): evt proberen (zie ook oefening anti pronatie op youtube
open- en gesloten krachtoefeningen
Berg af vermijden
Ontspannen sprintjes (niet in 30 graden hoek lopen) , obouw in afstand en frequentie in 3-4 weken
Stapfreq omhoog en daardoor minder trendelenburg en minder belasting knie /
Bursitis thv heup: bursitis – als deze tenminste bestaat – moet worden beschouwd als een reactie op de pathologie van de heupabductoren (zie aanvullende informatie 2.4.6)
Heup gewrichtsklachten
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie zinvol is