Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding voorzijde linker bekkenhelft en bovenste deel linker bovenbeen, rode lijnen zijn mogelijke breuklijnen
In het kort
Het heupgewricht bestaat uit een dijbeenhals, een heupkop en een heupkom, zie boven tekening
De botbreuk kan thv de kop zitten of eronder thv de hals of bovenbeen
Botbreuken thv de heup komen meer voor bij vrouwen en bij ouderen
Oorzaak kan een val zijn of een achterliggende aandoening zoals botontkalking
Meestal wordt door een operatie de breukvlakken bijelkaar gebracht
Na de operatie moet u een aantal weken met een loophulpmiddel (looprek of krukken) lopen
De specialist geeft aan hoeveel u mag belasten op het geopereerde been in die periode
Blijf in beweging: wissel lopen, staan en zitten regelmatig af en doe tussendoor oefeningen
Voorkom vallen: zorg o.a voor goede verlichting en haal kleedjes weg
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan het herstel
Zie video van de fysiotherapeut, met samenvatting van onderstaande tekst.
Andere benaming: Fractuur thv heup/bovenbeen of dijbeenhals fractuur of femur fractuur of heupfractuur of gebroken heup/bovenbeen
Anatomie
Het heupgewricht bestaat uit een heupkop (= onderdeel van het bovenbeen), een heupkom (= onderdeel van het bekken) en een heuphal (= onderdeel bovenbeen). Om de uiteinden van de botten ligt het gewrichtskraakbeen en rond de heupkom zit een kraakbeenring en rond het gewricht zit gewrichtskapsel. Binnen het kapsel zit gewrichtsvocht. Langs het heupgewricht lopen bandjes, zenuwen, bloedvaten en pezen van spieren. Tussen de pezen liggen slijmbeurzen.
Zie 'google afbeeldingen': heupgewricht en gebroken heup. Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
Wanneer er gesproken wordt over een 'gebroken heup', wordt er meestal bedoeld dat het bot vlak onder de heupkop is gebroken (de 'hals' van de heup), of het bovenbeenbot vlak onder de hals.
Na de botbreuk moeten de breukvlakken weer goed tegenover elkaar staan (eventueel door tractie). Daarna moet zo nodig door gips (zelden bij een heup- en bovenbeenbotbreuk), door een operatie (fixatie met schroeven en/ of platen het gebroken bot vastzetten)
Operatieve mogelijkheden voor breuk thv heup zijn (neem met de orthopedisch chirurg door wat bij u van toepassing is). Zie aanvullende informatie 2.3 en 2.7.4
Fixatie met schroeven bij een stabiele halsbotbreuk net onder de heupkop. Wordt meestal toegepast bij relatief jonge patiënten
Fixatie met een Dynamische Heup Schroef (DHS) bij een botbreuk die verder van de heupkop af ligt.
Fixatie met een Trochanteric Fixation Nail (TFN): een grote schroef in de hals van het dijbeen, die vastzit aan een pen die in het dijbeen wordt vastgezet. Dit is een stabielere fixatie dan met een DHS. Deze techniek wordt vaak gebruikt bij een instabiele botbreuk die wat verder van de heupkop afligt.
Kop-halsprothese: eerste keuze bij de behandeling van een halsbotbreuk bij oudere patiënten. Zie het onderwerp heupprothese op deze site
Totale heupprothese: Bij een botbreuk van de heup, waarbij sprake is van ernstige artrose, is een heupprothese soms een goede optie. Zie het onderwerp heupprothese op deze site
Operatieve mogelijkheden voor breuk thv bovenbeen zijn (neem met de orthopedisch chirurg door wat bij u van toepassing is). Zie aanvullende informatie 2.3 en 2.7.4
Een pen in de mergholte van het bot, die via de heup of via de knie kan worden ingebracht. De pen wordt vervolgens met dwarse schroefjes aan het begin en het einde van de pen vastgezet.
Platen en schroeven om de verschillende breukdelen stevig aan elkaar vast te zetten.
Externe fixatie (de zogenaamde 'externe fixateur') als sprake is van een ernstig weke delen letsel en als er meerdere ernstige letsels tegelijk aanwezig zijn
Vanuit de botuiteinden wordt nieuw botweefsel gevormd. Dit proces duurt ongeveer 6-8 weken (e.e.a. is afhankelijk van de leeftijd, de conditie en het soort breuk).
Heupbotbreuken komen 2 maal vaker voor bij vrouwen als bij mannen
Ouderen worden het meest getroffen door een botbreuk thv de heup: meestal door een val. Zie het onderwerp 'valpreventie' op deze site
Voor verschillende typen heup/bovenbeen botbreuken bestaan verschilende behandel mogelijkheden, en elke specialist/ziekenhuis heeft zijn eigen richtlijn. Uw specialist (orthopeed) geeft aan welke richtlijn voor u geldt.
Voor algemene informatie over een botbreuk, zie het onderwerp 'botbreuk' op deze site.
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Krachten van buitenaf (een val/ een botsing)
Spontaan door een ziekte (osteoporose) of door herhaalde belasting (bij hardlopen). Zie het onderwerp 'osteoporose' op deze site
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Zwelling
Blauwverkleuring door bloeduitstorting (zakt vaak naar onderen)
Standsverandering: been naar buiten gedraaid en korter
Pijn
Geen steun meer kunnen nemen op het aangedane been
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 6 - 8 behandelingen voldoende. Tijd is de belangrijkste factor bij herstel van het bot. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
Eerste behandeling: Uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en eerste adviezen oefeningen
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3 - 6: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 7 en 8 enige tijd na behandeling 6: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog meer behandelingen plannen. E.e.a is afhankelijk van uitgebreidheid van de klacht, het herstel, het oppakken van adviezen %2B oefeningen en van de eventueel aanwezige 'bewegingsangst'.
Schrijf zo nodig vragen op die u met de orthopeed wilt bespreken. Neem met de orthopeed door hoeveel het been belast mag worden en wanneer autorijden weer mogelijk is (en mag ivm verzekering)
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
Volg protocol eigen specialist.
Een goede conditie heeft een positieve invloed bij herstel
Roken heeft een negatieve invloed op herstel bot
Als sprake is van een operatie: Neem de onderstaande punten samen met de eigen fysiotherapeut voor de operatie door.
Keuze maken welk loopmiddel het beste is na de operatie (zie filmpje,loophulpmiddelen; de soorten, de hoogte en hoe te gebruiken) en oefenen daarmee (zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'lopen'), oefeningen doornemen die na de operatie van belang zijn. Zie bol.com: elleboogkrukken // rollator // looprekje
Het verblijf in ziekenhuis duurt meestal enige dagen (dit is per ziekenhuis verschillend en afhankelijk van het verloop na de operatie). Voorwaarden voor ontslag uit het ziekenhuis: zelfstandig kunnen lopen met loophulpmiddel en indien van toepassing traplopen; operatiewond is goed genezen; algemeen dagelijkse dingen in huis goed kunnen doen; kennis van oefeningen die na de operatie van belang zijn.
In huis doornemen: Kleedjes op gladde vloer weghalen, handvat nodig in de wc en badkamer?, een toiletverhoging of verhoging van het bed (matras boven op eigen matras leggen) nodig?, zijn er hoge drempels: samen kijken hoe je met loophulpmiddel eroverheen stapt, een goede stoel (hoge zit, met armleuningen) aanwezig?
Koude pakking: Pijn verminderen dmv koude pakking (coldpack). Leg altijd een theedoek of dunne handdoek tussen de huid en pakking
Losmaak oefeningen voor spieren en gewrichten (vaak en kort doen), zie verder bij oefeningen
Warmtepakking voor lage rug en/ of bovenbeen. Bespreek dit met de fysiotherapeut
Lichamelijke verzorging
Douchen als de wond droog is.
Zo nodig douchestoel lenen of aanschaffen. Zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'zitten'. Zie bol.com: Douchestoel
Niet in bad gedurende herstel bot in verband met het in- en uitstappen en het week worden van de wond
Vraag hulp bij wassen voeten en aan- en uittrekken van kousen en/of schoenen
Bij aankleden eerst geopereerde been in broekspijp steken en bij uitkleden eerst het gezonde been uit broekspijp halen.
Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen: lange schoenlepel, kousenaantrekker, ‘helping hand’ en schoenen met klittenband en/of elastische veters. Zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'losse attributen'. Zie bol.com: revalidatie benodigdheden.
Wondverzorging
Dagelijks wond inspecteren op roodheid, zwelling en wondvocht.
Als wond droog is, hoeft er geen pleister meer op.
Bij wondlekkage dagelijks een schone pleister op de wond plakken.
Soms kunnen de huidhechtingen wat irritatie veroorzaken en kan de huid rondom de hechtingen wat rood zijn. Dit is geen reden tot ongerustheid.
Contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp als been dik wordt, tintelt, klopt, wit of blauw wordt en er binnen enkele uren na het hoog houden geen verbetering optreedt.
Liggen/ slapen
Gebruik evt een kussen tussen de knieen bij zijlig. Zie bol.com: Kniekussen
Zitten en staan
Zitten op hoge stoel (lage rug tegen rugleuning en voeten op de grond) met armleuningen
Bij gaan zitten of staan geopereerde been naar voren zetten
Niet met de benen over elkaar zitten.
Lopen
De specialist bepaald hoeveel belast mag worden na de operatie: eea hangt af van het type botbreuk, de operatie techniek en het beleid van de specialist
Loophulpmiddel voor opbouwen belasting, veiligheid en verminderen pijn bij belasten. Zie het onderwerp 'hulpmiddelen' op deze site, kijk bij 'lopen'. Neem met de fysiotherapeut door welk loophulpmiddel voor u geschikt is bij opbouwen belasting. Zie bol.com: elleboogkrukken en looprekje. Zieonderstaande afbeelding van website 'samenbeterthuis.nl
Vermijd een aantal bewegingen, zoals hurken en bukken.
Voorkom overbelasting: loop niet te lange afstanden en sta niet te lang stil op één plek.
Voorkom uitglijden: haal losse kleden en snoeren weg en gebruik in de douche een antislipmat.
Naar boven: eerst het niet geopereerde been, dan het geopereerde been en de kruk op dezelfde trede zetten.
Naar beneden: eerst de kruk, dan het geopereerde been, daarna het andere been ernaast zetten.
Autorijden
Eerste zes weken niet zelf autorijden. Daarna weer autorijden bij voldoende controle over geopereerde been. Raadpleeg wel vooraf de voorwaarden van de autoverzekering en overleg met de orthopeed.
Zet de auto een stukje van de stoep af en plaats de stoel zover mogelijk naar achteren (dan is in- en uitstappen makkelijker).
Bij instappen, ga eerst zitten op de autostoel met de benen buiten de auto. Draai (eventueel plastic zak op zitting) daarna de benen naar binnen. Zie website 'Radboud umc:Instappen in auto. Zie bol.com: Draaikussen auto
Bewegen, werken, sporten
Bespreek samen met de fysiotherapeut welke sport/ activiteit voor u geschikt is:
Zwemmen en fietsen in overleg met de orthopeed of fysiotherapeut na 6 weken. Zie ook video's op website 'physiotec', aquatherapie.
Doe in de weken van botaanmaak (ongeveer 6 weken) en daarna oefeningen, zie onder bij oefeningen
Liever meerdere keren per dag kort oefenen, dan één keer lang.
Wissel lopen, staan en zitten regelmatig af.
Geen zware dingen tillen in periode herstel bot
Het duurt vaak lang (enkele maanden) voordat de gewrichten en de spieren grenzend aan de breuk het oude belastingsniveau weer bereikt hebben.
Het is van belang na herstel bot, de belasting rustig op te bouwen! Signalen van te veel belasting: zwelling rond gewricht, gewricht voelt warm aan, spierpijn. Activiteiten meten, zie bol.com: fitbit of maak gebruik van een stappenteller (bv op telefoon)
Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Volg altijd het protocol van de specialist. Opvoeren belasting pas toegestaan als de breuk al enigszins is vastgegroeid. De richtlijn van de orthopeed, röntgenfoto's en de eventuele pijnklachten geven een indicatie wanneer de oefeningen verzwaard kunnen worden. Dit bespreken met uw orthopeed en fysiotherapeut
Eventuele pijn bespreken met de fysiotherapeut
Losmaakoefeningen bij pijn en stijfheid
Rekoefeningen voor liesspier: strekking in de heup optimaliseren. Alleen nodig als sprake is van verkorte liesspier (rek is dan voelbaar)
Kracht- en stabiliteitsoefeningen voor spieren aan de voorzijde van het bovenbeen en de spieren aan de buitenzijde van heup/bovenbeen. Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen, zie bol.com: Oefenmat // gewicht om pols of enkel // elastische banden
Functioneel oefenen ( = traplopen, opstaan en gaan zitten, wandelen, hometrainer, tuinieren, stofzuigen) omdat dit aansluit bij het normale gebruik spieren en gewrichten
Sport/ werkspecifoeketraining
De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
Meeste video's van onderstaande oefeningen van website 'rehab my patient' , tenzij anders wordt aangegeven.
Sport/ werk specifiek oefenprogramma maken: opbouwen in snelheid bewegingen en in zwaarte.
Oefenprogramma van fysiotherapeut ondersteunen met enkele keren in de week trainen (bijvoorbeeld in een fitnesscentrum of joggen)
Juiste techniek sport of werk doornemen met de sporttrainer of fysiotherapeut. De techniek moet erop gericht zijn de uiterste grens van de belastbaarheid te vermijden. In sommige gevallen kan dit ten koste gaan van de geleverde prestatie
Sport: Techniek van sport die gedaan wordt. Bijvoorbeeld looptechniek bij joggen
Werk: Bijvoorbeeld tiltechniek (buigen in heupen en knieen)
Mogelijk opbouw
Het ‘droog’ trainen van activiteit: eerst voorzichtig in ‘slow motion’ en later, als het goed gaat, sneller. De uitvoering mag geen pijn doen.
Uiteindelijk meer sportspecifiek (of werkspecifiek) trainen. Men mag daarbij pas voluit gaan als men zonder enig probleem een tijdje rustig de betreffende activiteit/beweging kan doen. Heel geleidelijk de belasting op te voeren
Conclusie: Zoals bij de eerder uitgevoerde RCT’s, geeft deze nieuwe RCT ons, ondanks de goede therapietrouw, geen enkel bewijs dat heupprotectoren nuttig zijn bij de preventie van heupfracturen.
NtvG: Eerder belast mobiliseren na fractuurfixatie (2017). Conclusie:Na operatieve behandeling van een fractuur van het bekken of de onderste extremiteiten mogen patiënten de fractuur minstens enkele weken niet belasten. Dit is de algemene consensus, maar is dit strikte beleid wel gerechtvaardigd? In dit artikel beschrijven we drie casussen waarbij we bewust afweken van de vigerende protocollen en laten zien wat de gevolgen zijn van deze alternatieve benaderingswijze.
Leeftijdspecifieke behandeling van femurschachtfracturen bij kinderen (2012). Conclusie: De leeftijd en het gewicht van het kind, en de aard van de femurschachtfractuur bepalen de behandelopties. De bloedvoorziening, de groeischijf en het vermogen tot remodellering van standsafwijkingen zijn daarbij de belangrijkste factoren. Tot de leeftijd van 12 jaar bestaan duidelijke indicaties voor diverse behandelmogelijkheden als de pavlikbandage, elastische intramedullaire pennen of de plaatosteosynthese. Het grootste dilemma vormt de groep kinderen vanaf 12 jaar. Voor deze leeftijdsgroep moet een star intramedullair implantaat met een geschikte diameter vanaf de trochantertip kunnen worden ingebracht. Hiervoor is een speciale pen ontworpen die momenteel wordt getest. Voor oudere kinderen met een bijna of volledig volgroeid skelet kan een standaardfemurpen, die is ontworpen voor volwassenen, meestal uitkomst bieden.
Heupfractuur bij ouderen (2018). Conclusie: De behandeling van de oudere patiënt met een heupfractuur vereist optimale samenwerking tussen zowel de eerste en tweede lijn als de verschillende specialismen in het ziekenhuis. Multidisciplinaire geriatrische traumazorg laat veelbelovende resultaten zien, waarbij hoog-volumezorg een positieve invloed heeft op de uitkomst van geriatrische traumapatiënten.
Vaak ten onrechte geen geheel nieuwe heup (2018). Conclusie: Lang niet iedereen die na een fractuur een totale heupprothese zou moeten krijgen, krijgt die ook. Volgens NICE-richtlijnen uit 2011 zouden patiënten met een gedislokeerde intracapsulaire heupfractuur een totale heup (THP: kop %2B steel %2B acetabulum) moeten krijgen, en niet alleen een nieuwe kop, als ze vóór hun ongeluk met niet meer dan een stok buitenshuis konden lopen, cognitief nog goed waren en fit genoeg voor anesthesie. Daniel Perry en collega’s gingen na of dat inmiddels ook zo gebeurt (BMJ 2016;353:i2021).
De mediale collumfractuur (2014). Conclusie: In de richtlijn 'De behandeling van de proximale femurfractuur bij de oudere mens' van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde wordt geadviseerd relatief jonge en gezonde patiënten conservatief te behandelen, maar in de praktijk lijkt juist het omgekeerde plaats te vinden. Op grond van de beschikbare literatuur over de conservatieve behandeling van patiënten met niet-gedisloceerde collumfracturen bestaat onvoldoende bewijs om de conservatieve behandeling te verwerpen. Naarmate de patiënt ouder is en meer comorbiditeit heeft, neemt de kans van slagen van de conservatieve behandeling echter af. De ontwikkeling van de huidige percutane operatietechnieken, de korte operatieduur, de verbetering van perioperatieve zorg en het aanzienlijk hogere operatierisico van een protheseplaatsing, maken dat primaire interne fixatie van niet-gedisloceerde collumfracturen ons inziens goed te verdedigen is, voor alle leeftijdsgroepen.
Demente verpleeghuisbewoner opereren na heupfractuur? (2018). Conclusie: Verpleeghuisbewoners met vergevorderde dementie hebben minder pijn en leven langer wanneer zij na een heupfractuur operatief behandeld worden. Omdat een gerandomiseerde trial naar de effecten van het wel of niet opereren geen optie is vanwege ethische bezwaren, voerden Sarah Berry en collega’s een observationele studie uit ( JAMA Intern Med. 2018; online 7 mei).
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is