Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn.
Zie boven afbeelding voorzijde rechter schoudergordel. in rood mogelijke breuklijnen thv de schouderkop
In het kort
Andere benaming: Fractuur thv bovenarm
Het schoudergewricht is samengesteld uit de kop van de bovenarm, de kom van het schouderblad en de kraakbeenring om de kom. Langs het gewricht lopen bandjes, pezen en zenuwen. Zie boven afbeelding en zie video op website 'Blausen': anatomie van het schoudergewricht
Een botbreuk kan ontstaan door krachten van buitenaf, een val of spontaan door een ziekte (bv osteoporose).
U heeft pijn en kan de arm niet heffen
Bij een bovenarm botbreuk wordt meestal niet gekozen voor gips of een operatie maar voor een draagband of een brace die ervoor zorgt dat de botbreuk in de juiste positie geneest
Bij een botbreuk wordt vanuit de botuiteindennieuw botweefsel gevormd.
Dit proces duurt ongeveer 6-8 weken
De fysiotherapeut kan door uitleg, adviezen en oefeningen het herstel ondersteunen
Na herstel van een botbreuk kan er nog maanden sprake zijn van periodes van zwelling, pijn en verminderde functie.
Algemene informatie
Andere benaming: fractuur bovenarm of bovenarm breuk of humerusfractuur of breuk arm)
Anatomie
De bovenarm heeft thv de schouder een kop en vormt met het schouderblad (kom) en het sleutelbeen het schoudergewricht. Rond de kop en de kom van het schoudergewricht zit het gewrichtskapsel, en binnen het kapsel zit gewrichtsvocht. Langs het gewricht lopen bandjes ( verbinden botdelen met elkaar), pezen, spieren, zenuwen, bloedvaten en lymfevaten, met daartussen een slijmbeurs.
Vanuit de botuiteinden wordt nieuw botweefsel gevormd. Dit proces duurt bij een botbreuk van de bovenarm ongeveer 6-12 weken (e.e.a. is afhankelijk van de leeftijd en de conditie).
Bij een bovenarm botbreuk wordt meestal niet gekozen voor gips of een operatie maar voor een draagband of een brace die ervoor zorgt dat de botbreuk in de juiste positie geneest
Eventuele operatie hangt af van (de orthopeed of fysiotherapeut neemt met u door welke afwegingen bij u aan de orde zijn)
De locatie van de breuk en de soort breuk
Breuk net onder de kop en stabiele botbreuk (kop boven schacht): Meestal geen operatie nodig, maar mitella waarbij de arm uithangt en de schacht van het bovenarmsbot goed onder de kop hangt
Breuk net onder de kop, maar kop staat niet meer boven de schacht (ook niet na uithangen): meestal operatie
Breuk door de kop zelf, stabiele borbreuk en kop is in goede staat (geen of weinig artrose): meestal geen operatie maar mitella
Breuk door de kop zelf, maar breukdelen zijn verplaats en/ of kop is niet in goede staat: meestal operatie
Beschadiging (zelden blijvend) zenuw die langs de bovenarm loopt. Deze zenuw zorgt voor gevoel op de handrug en voor het strekken van de pols /vingers.
Weer volledig normaal en pijnvrij gebruik van de arm kan 3-6 maanden (of soms nog langer) duren.
Elke botbreuk is verschillend. De eigen specialist (orthopeed) geeft aan welke richtlijn geldt
Voor algemene en uitgebreide informatie over een botbreuk, zie het onderwerp'botbreuk'op deze site.
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Val op (uitgestrekte) arm of klap op bovenarm
Spontaan door een ziekte (osteoporose)
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Zwelling
Blauwverkleuring bovenarm door bloeduitstorting (zakt vaak naar onderen)
Standsverandering bovenarm
Pijn
Onmogelijkheid om arm te heffen
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 4 - 6 behandelingen voldoende. Tijd is de belangrijkste factor bij herstel van het bot. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
Eerste behandeling: diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en als er nog tijd is aantal adviezen oefeningen
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog 2 (of meer) behandelingen plannen. Eea is afhankelijk van het herstel, het oppakken van adviezen en oefeningen, en de eventuele 'bewegingsangst'
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Algemeen
Volg protocol van de eigen specialist
De orthopeed geeft aan wanneer de brace af mag en welke oefeningen u mag doen. Eea hangt af van uitslag controle foto's. Mogelijk protocol, onder en zie aanvullende informatie 1.2. Neem met de fysiotherapeut door welke oefeningen voor u goed zijn en wanneer.
Week 1
De arts beslist of uw een draagband of een brace krijgt.
Het af- en aandoen van de brace. Dit mag u alleen doen als u hiervoor toestemming heeft gekregen van de arts of gipsverbandmeester. U doet dit als volgt:
U gaat zitten.
Laat de arm hangen, dus niet heffen!!
Maak de klittenbanden los.
Verwijder de brace.
Was uw arm en droog goed af.
Doe de brace weer om.
Maak de klittenbanden vast van onder naar boven
De bovenarm kan door de bloeduitstorting opzwellen en zwaar aanvoelen.
Houd de draagband / brace zo veel mogelijk om (ook in nacht)
Minimaal vier weken de elleboog niet ondersteunen. Ook niet door middel van het plaatsen van een kussen onder de elleboog
Doe regelmatig oefeningen
Haal enkele keren per dag de arm uit de sling en doe lichte oefeningen: Ga staan of zitten, met uw romp licht naar voren gebogen. Maak ronddraaiende bewegingen met uw aangedane arm vanuit de schouder (beweging: koffiebonen malen of pendelbewegingen). Zie ook video van het Deventerziekenhuis: slingeren van de arm. U kunt met uw ‘goede’ hand uw aangedane arm ondersteunen. Als u de elleboog kunt strekken kunt u de oefening ook uitvoeren met gestrekte elleboog
Vuist maken en strekken vingers
Knijpen in foamballetje of spons
Aan- en ontspan oefeningen: Bovenarm tegen borstkast duwen en ontspan, elleboog 90 graden gebogen en onderarm tegen buik drukken en ontspan
Slapen in half zittende houding op rug
Bij wassen: arm voor tegen lichaam houden
Bij aankleden: eerst de aangedane zijde en daarna de gezonde zijde. Voor uitkleden de tegenovergestelde volgorde
Het naar buiten draaien van de arm wordt gedurende 8 weken ontraden.
Week 2
Tijdens het oefenen, mag u de draagband afdoen.
Herhaal de oefeningen 3-4 keer per dag gedurende 5-10 minuten.
Druk uw gestrekte arm tegen de zijkant van uw lichaam. Houd dit een aantal seconden vol en laat los.
Ga gebukt voorover staan en steun eventueel met uw gezonde arm op een tafel en laat de aangedane arm gestrekt naar beneden hangen. Maak cirkel bewegingen links en rechtsom. Probeer de cirkel steeds iets groter te maken.
Buig en strek de elleboog.
Voor- achterwaarts bewegen arm met gebogen elleboog (zaagbeweging)
Week 3
Tijdens het oefenen, mag u de draagband afdoen.
Herhaal de oefeningen 3-4 keer per dag, gedurende 5-10 minuten.
‘Loop’ met de hand over uw borstkas naar uw gezonde schouder en probeer het schouderblad aan te tikken. Ondersteun eventueel uw elleboog met uw andere hand.
Plaats uw handen tegen elkaar voor uw borstkas en zet ze tegen elkaar. U voelt de spieren aan de voorkant van uw schouder aanspannen.
Strek uw arm. Breng deze naar voren en til omhoog tot schouderhoogte.
Til uw gestrekte arm naar opzij tot aan schouderhoogte. Maak eventueel gebruik van een muur.
Beweeg de arm rustig met een gestrekte of gebogen elleboog naar achteren
Wissel de oefeningen met elkaar af.
Week 4
U hoeft geen sling meer te dragen. U mag alle bewegingen met uw schouder maken. Verstandig is om dit rustig op te bouwen op geleide van de pijn.
Probeer uw arm boven uw hoofd te brengen.
U mag lichte werkzaamheden, dus zonder krachtsinspanning, uitvoeren.
U kunt sportactiviteiten zonder lichamelijk contact, zoals bijvoorbeeld hardlopen, hervatten. Het deelnemen aan contactsporten mag pas wanneer er geen krachtsverlies van de schouder meer bestaat. Dit kan drie maanden duren! Zwemmen is een goede manier om uw schouderfunctie terug te krijgen.
Voor alle oefeningen geldt: niets forceren. Pijn is een teken van overbelasting. Dus als u pijn voelt, stop dan. Vermoeidheid en spierpijn mag u wel voelen.
Het is van belang na herstel bot, de belasting rustig op te bouwen! Signalen van te veel belasting: zwelling in arm, spierpijn. Het duurt vaak lang (enkele maanden) voordat de gewrichten (schouder en elleboog) en de spieren grenzend aan de breuk het oude belastingsniveau weer bereikt hebben.
Warmtepakking op nek- en schouderspieren (met fysiotherapeut doornemen waar en wanneer). Zie bol.com: hot/coldpack
Ontspannen slaaphouding voor schouder: Zijlig op niet aangedane schouder en aangedane arm op kussen. Zie video op website 'rehab my patient'. Doornemen met fysiotherapeut of specialist of dat mag!
Zelfmassage nek- en schouderspieren (met 'goede arm') om spieren rond nek en schouder los te houden. Zie 'oefeningen divers' en kijk bij massage/ schouder en bovenarm.
Neem dit door met de eigen fysiotherapeut zodat die kan aangeven wanneer u de massage kan doen (meestal na herstel bot), welke technieken voor u zinvol zijn, met welke intensiteit u het kan doen en waar u op moet letten.
Koude pakking op het SC gewricht (tien minuten, doekje tussen pakking en huid, twintig minuten tussen elke koudebehandeling). Belangrijkste doel van de koude is pijndemping (ook dus mogelijk om bij veel pijn gedurende de dagen na de verzwikking toe te passen). Zie website 'rehab my patient':koude pakking. Zie bol.com: hot/coldpack
Bewegen / sporten
Sport rustig belasting opbouwen
Voor oefeningen, zie onder
Kijk samen met de fysiotherapeut welke activiteit nog mogelijk is
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Punten die van belang zijn bij deze klacht
Volg altijd het protocol van de eigen specialist / fysiotherapeut
Opvoeren belasten van de arm pas toegestaan als de breuk al enigszins is vastgegroeid. De richtlijn van de specialist, de röntgenfoto's en de eventuele pijnklachten geven een indicatie wanneer de oefeningen verzwaard kunnen worden.
Houdingsgevoeloefeningen om een optimaal bewegingssamenspel tussen bovenarm (kop schoudergewricht) en schouderblad (kom schoudergewricht) te realiseren.
Losmaakoefeningen: Ontspannen spieren rond de schouder en het schoudergewricht.
In eerste instantie kleine bewegingen en daarna bewegingsuitslag langzaam opbouwen op geleide van de pijn
Aan- en ontspannen spieren: 3-5 herhalingen en druk ongeveer 3 seconden aanhouden
Rekoefeningen: Rek tussen de 5 en 15 seconden aanhouden. Duur rek bij u bespreken met fysiotherapeut
Spierversterkende oefeningen en stabilisatie oefeningen van de spieren rond de schouder (zgn rotatorcuff) en schouderbladspieren
Beginnen onder de 90 graden en daarna boven de 90 graden als het pijnvrij kan
Houdingsgevoeloefeningen / onderstaande oefeningen uitvoeren in zit of stand
Schouderblad stabiliseren (schouderbladen aantrekken: naar elkaar toe en naar beneden) en arm verschillende richtingen op bewegen onder schouderhoogte.
Losmaakoefeningen / onderstaande oefeningen uitvoeren in lig of zit of stand / bij elke oefening eerst stabiliseren schouderblad
Sport/ werk specifiek oefenprogramma maken: opbouwen in snelheid bewegingen en in zwaarte.
Oefenprogramma van fysiotherapeut ondersteunen met enkele keren in de week trainen (bijvoorbeeld in een fitnesscentrum of joggen)
Juiste techniek sport die gedaan wordt of werk (bijvoorbeeld tiltechniek) doornemen met de sporttrainer of fysiotherapeut. De techniek moet erop gericht zijn in eerste instantie de uiterste grens van de belastbaarheid te vermijden. In sommige gevallen kan dit ten koste gaan van de geleverde prestatie
Mogelijk opbouw
Het ‘droog’ trainen van activiteit: eerst voorzichtig in ‘slow motion’ en later, als het goed gaat, sneller. De uitvoering mag geen pijn doen.
Uiteindelijk meer sportspecifiek (of werkspecifiek) trainen. Men mag daarbij pas voluit gaan als men zonder enig probleem een tijdje rustig de betreffende activiteit/beweging kan doen. Heel geleidelijk de belasting op te voeren
Voor extra oefeningen en algemene informatie bij oefeningen
Voor mogelijk trainingsschema, zie het onderwerp 'trainen' op deze site.
De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
Neem met de fysiotherapeut door welke activiteit/sport u het beste weer kan doen. Rustig opbouwen van dagelijkse activiteiten is belangrijkste oefening (= functioneel oefenen/ trainen). Accent leggen op trekken (b.v deur openen, tas dragen), duwen (b.v hand in zitting bank duwen) en steunen (handen gebruiken bij opstaan stoel). Met fysiotherapeut dit doornemen en werksituaties doornemen: goede uitvoering).
De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen voor u zinvol zijn.
Boek: Onderzoek en behandeling van sportblessures van arm en hand H2 (Grote spiraalfractuur van de humerus als gevolg van een worp tijdens honkbal), Koos van Nugteren, Dos Winkel.
Proximale humerusfracturen (2019). Conclusie: De resultaten van de besproken meta-analyse laten zien dat patiënten met niet of weinig gedislokeerde proximale humerusfracturen conservatief kunnen worden behandeld. Ook gedislokeerde proximale humerusfracturen bij oudere, osteoporotische en multimorbide patiënten kunnen goed conservatief worden behandeld. Andere studies laten zien dat oudere patiënten met een luxatiefractuur in aanmerking komen voor een prothese en jongere patiënten met een luxatiefractuur voor een osteosynthese. Bij patiënten met een gedislokeerde proximale humerusfractuur die nog actief en fit zijn, is er in Europa geen consensus over het te voeren beleid. Verder onderzoek moet uitwijzen voor welke patiënt een operatie zinvol is.
Zenuwletsel bij primaire schouderluxaties en subcapitale humerusfracturen (1994). Conclusie: Bij bijna de helft van de patiënten werd zenuwletsel gezien. Vroegtijdige onderkenning (op indicatie door middel van EMG bij patiënten voor wie een goede schouderfunctie belangrijk is) en vroeg actief oefenen onder leiding van de fysiotherapeut zijn voor deze patiënten van groot belang.
Van plexuslaesie naar supracondylaire humerusfractuur (2016). Conclusie: Bij een pasgeborene met een supracondylaire humerusfractuur kunnen duidelijke klinische en röntgenologische kenmerken ontbreken. Volgens de literatuur is echografie geschikt om dergelijke fracturen in een vroeg stadium aan te tonen. Ook zonder gipsbehandeling herstellen deze fracturen doorgaans goed.
Proximale humerusfractuur altijd conservatief behandelen? (2015). Consequenties voor de praktijk: Deze goed uitgevoerde studie plaatst operatief ingrijpen duidelijk in perspectief met het functionele resultaat. De Nederlandse trend volgt de Engelse wat betreft toenemend aantal chirurgische behandelingen van de patiënten met een gedislokeerde proximale humerusfractuur. Er is aangetoond dat een groot deel van deze patiënten niet beter af is met een operatieve behandeling. Het verdient daarom aanbeveling om zeer kritisch te kijken naar de indicatie voor operatie bij patiënten met deze fracturen.
Collumfractuur in bed door een epileptische aanval (2006). Een 82-jarige man kwam zich melden op de afdeling Spoedeisende Hulp na een epileptische aanval. Hoewel de aanval in zijn bed had plaatsgevonden en niet tot een val had geleid, was zijn rechter collum femoris gebroken. Aanvullend onderzoek gaf geen aanwijzingen voor botafwijkingen. Hij kreeg een kop-halsprothese en herstelde voorspoedig. Bij patiënten met epilepsie komen vaker fracturen voor dan in de algemene populatie, zowel als gevolg van aanvalsgerelateerde traumata als door het frequenter vóórkomen van osteoporose, onder meer veroorzaakt door gebruik van anti-epileptica. Echter, zelfs na een aanval zonder trauma en zonder stoornissen van de botstructuur kunnen fracturen ontstaan als gevolg van de kracht van de spiercontracties tijdens de epileptische aanval.