Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn
Zie onder afbeelding elleboog (buigzijde), de pronator teres spier (rood) en de medianus zenuw (geel)
In het kort
Andere benaming: Pronator teres syndroom
Beknelling vind plaats tussen de pronator teres spier of bij het peesblad van de onderarm aan handpalmzijde of door een botbreuk
U kunt uw duim en wijsvinger niet meer goed bewegen
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan het herstel
Zo nodig kijken welke hulpverlener zinvol is als klachten blijven of erger worden
Anatomie
De medianuszenuw loopt van de nekwervels naar de hand. De plaats van inklemming van de zenuw bepaalt in welke spieren uitval optreedt en waar het gevoel verstoord is. Er is bij het anterior interosseus syndroom sprake van een zenuwbeknelling van een zijtakje (nervus anterior interosseous) van deze zenuw
Ter hoogte van de wervel, zie 'nekklacht' op deze site
Ter hoogte van het sleutelbeen, zie 'TOS klacht' op deze site
Tussen de pronator teres spier of bij het peesblad van de onderarm aan handpalmzijde, wordt hier besproken (locatie inklemming zelfde als pronator teres syndroom). Zie aanvullende informatie 2.2
Vaak spontaan herstel
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is
Nauwe doorgang voor de zenuw tussen pronatorspier of door peesblad
Overbelasting pronator teresspier: repeterende beweging, krachtig duwen en trekken, het buigen van de pols, grijpen en vastknijpen, draaibewegingen van de onderarm
Klap op pronator spier in onderarm
Botbreuk onderarm
Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door
Verminderde kracht en/of onvermogen om de duim goed te buigen in het laatste kootje (geen 'OK teken' kunnen maken)
Verminderde functie van het topje van de wijsvinger.
Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door
Fysiotherapeut
De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 4 - 6 behandelingen voldoende. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden voor herstel zo optimaal mogelijk te maken.
Eerste behandeling: Diagnose stellen, uitleg over klacht, informatie over behandelplan en een aantal oefeningen doornemen.
Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen die ook zelf thuis gedaan kunnen worden (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
Zo nodig nog 2 behandelingen plannen.
Huisarts
Doorverwijzen: fysiotherapeut, neuroloog als klachten ondanks adviezen en oefeningen aanwezig blijven
Neem met de fysiotherapeut door welke activiteit/sport u het beste weer kan doen. Rustig opbouwen van dagelijkse activiteiten (afwassen, stofzuigen, deur openen....) is belangrijkste oefening (= functioneel trainen).
De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen voor u zinvol zijn.
Misinterpretatie van zenuwletsels aan hand en onderarm ten gevolge van variaties in de motorische innervatie (2001).conclusie Variaties in de motorische zenuwvoorziening van de hand, met name een anastomose tussen de N. medianus en N. ulnaris in de onderarm (Martin-Gruber-anastomose) of de hand (Riche-Cannieu-anastomose), komen frequent voor. Bij een zenuwletsel en een dergelijke variatie wijkt de motorische uitval af van het ‘klassieke’ patroon. Een dergelijke variatie in innervatie kan men vinden door naast het sensibiliteitsonderzoek tevens zorgvuldig een motorischefunctietest van de intrinsieke handmusculatuur te verrichten. Alleen EMG-onderzoek kan de variatie bevestigen. Vroege herkenning van de Martin-Gruber- of Riche-Cannieu-anastomose is van belang opdat de ernst van de laesie niet onderschat wordt en er tijdig met adequate behandeling kan worden begonnen. Tijdens controle na herstel van een zenuwletsel zal een variatie in motorische functie beter worden begrepen indien men op de hoogte is van deze anastomosen.